
- Centrale Toetsen en Examens
- Centrale examens vo
- Onze expertise
- Waaraan moet een goede toetsvraag voldoen?
Waaraan moet een goede toetsvraag voldoen?
Een set met centrale examenvragen kan niet ‘zomaar’ bij elkaar worden gezocht, maar moet aan een aantal vakinhoudelijke en toetstechnische eisen voldoen.
Vakinhoudelijke en toetstechnische eisen
Een greep hieruit:
- Het juiste niveau
- Juiste verdeling over de onderdelen van de centrale examenstof van het vak
- Juiste verdeling over vraagtypen en vraagvormen
- Bepaalde tijd
- Aansluitend op onderwijspraktijk en belevingswereld
- Onderscheidend
- Duidelijke vraagstelling en eenduidig antwoord
- Niet beledigend of kwetsend voor anderen
Je moet eerst je akkoord geven voor het plaatsen van cookies, voordat we deze video mogen laten zien.
José Thijssen: 'Opgaven maken voor een centraal examen is een lastige klus, dat kan ik je vertellen, maar wel heel leuk!'
Het bepalen van de moeilijkheid van een vraag
De mate van moeilijkheid van een vraag wordt aangegeven met de p’-waarde. Bij de constructie is een p’-waarde van .50 het uitgangspunt. Of de vraag in de praktijk ook zo moeilijk is gebleken, kunnen we berekenen door de gemiddelde score te delen door de maximaal te behalen score. Een p’-waarde boven .85 wijst op een heel makkelijke vraag of toets; een p’-waarde van .30 juist op een moeilijke vraag of toets.
Een centraal examen bestaat uit vragen van gemengde moeilijkheid. Bij het construeren van de vragen (met antwoorden) richten we ons op de balans van het gehele examen.
Twan Huijbers, toetsdeskundige economie havo/vwo
Het belang van voldoende onderscheid
De rit-waarde van een vraag geeft aan hoe leerlingen op een vraag gescoord hebben in verhouding tot de totale score op het centraal examen. Hoe hoger de rit-waarde, hoe beter de vraag onderscheid maakt tussen vaardige en minder vaardige leerlingen.
De rit-waarde is pas bekend na afname van een centraal examen. Je kunt de rit-waarden van vragen in de centrale examens vinden in de toets- en itemanalyse (TIA). Handig voor docenten om zelf schooleigen toetsen mee samen te stellen!
Lees ook achtergrondinformatie van Paul van der Molen:
Wat we graag willen, is dat de goede leerling de vraag goed beantwoordt en de minder goede leerling niet. Dus dat de vraag goed onderscheid maakt.
Paul van der Molen, manager divisie CTE
Productietijd van concept tot afname
Gemiddeld zit er zo’n 1,5 tot 2 jaar tussen het bedenken van een eerste conceptvraag en het moment waarop de examenkandidaat de vraag krijgt voorgelegd. Dat heeft te maken met de grote mate van zorgvuldigheid die nodig is om goede, veilige en betrouwbare centrale examens te maken. In deze periode testen we examenopgaven en correctievoorschriften via zogenoemde try-outs en pretests.
Bij een try-out wordt door een constructeur, dat is een docent uit het onderwijsveld die opgaven ontwikkelt voor een centraal examen, een concept-examenvraag uitgezet in een schooleigen toets in zijn/haar examenklas en/of parallelklas.. Door het analyseren van retour ontvangen antwoorden van leerlingen kan worden nagaan of de vraagstelling duidelijk is en welk antwoordgedrag de vraag heeft opgeroepen. Een try-out vindt minimaal twee jaar voorafgaande aan de daadwerkelijke afname in het centraal examen plaats. Het try-outmateriaal dient na afname te worden vernietigd. De constructeurs werken volgens een protocol met vastgelegde richtlijnen over geheimhouding en beveiliging van toets- en examenmateriaal tijdens het construeren van centrale examenopgaven. Meer weten over de betrokkenheid van docenten? Kijk hier.
Bij een pretest wordt bij docenten feedback opgevraagd op het correctievoorschrift (cv) van een centraal examen. Op basis van de informatie uit de testen kijken we samen met het College voor Toetsen en Examens naar de aanbevelingen. Waar nodig volgen aanpassingen om leerlingen zo de best mogelijke beoordeling te bieden en de samenwerking tussen de eerste en tweede corrector te versoepelen. Lees verder op Examenblad.nl voor meer informatie.

Authentieke teksten in centrale examens
Samen met betrokken vakdocenten kiezen we voor centrale examens met authentieke teksten, omdat we het belangrijk vinden om midden in de, voor examenkandidaten herkenbare, maatschappij te staan. Zouden we enkel kiezen voor speciaal voor examens samengestelde teksten of klassieke teksten, dan plaatsen we de examens verder uit de maatschappelijke realiteit. De authentieke teksten nemen we in principe zo veel mogelijk ongewijzigd op. Maar soms zijn beperkte wijzigingen nodig, om aan het niveau van de examenkandidaten te voldoen, zonder dat er inbreuk wordt gemaakt op de strekking van het werk. Hierbij kun je denken aan het vervangen van eventuele moeilijke woorden en/of het schrappen van een (deel van een) alinea, of een beperkte aanpassing in een deel van de titel.
Een vraag staat nooit los van een antwoord
Naast een centrale examenopgave ontwikkelen we ook een correctievoorschrift (cv) dat bestaat uit een antwoordmodel, een scoringsvoorschrift en een beoordelaarsinstructie. Het doel van een cv is het ondersteunen van correctoren om te komen tot een uniforme en objectieve beoordeling van leerlingantwoorden en het zo soepel mogelijk laten verlopen van de samenwerking tussen de eerste en tweede corrector. Een cv wordt samengesteld door onze toetsdeskundigen in samenwerking met vakdocenten. Het College voor Toetsen en Examens stelt het cv definitief vast.
Ook praktijkopdrachten, bijvoorbeeld in de cspe's, worden beoordeeld aan de hand van een cv. Hierover lees je meer op deze webpagina.
Het is niet zo dat je als docent een antwoord meteen fout moet rekenen, als dat anders is dan het voorbeeldantwoord uit het cv.
Twan Huijbers, toetsdeskundige economie
Analyseren klachten LAKS
Elk jaar deelt LAKS (anonieme) data uit haar klachtenoverzicht met Stichting Cito. Deze data worden na analyse verdeeld naar vak en schoolniveau en gedeeld met onze toetsdeskundigen, om mogelijk te verwerken naar de toekomst. De resultaten gaan ook mee met de TIA’s; de toets- en itemanalyses die we elk jaar openbaar maken over de examenopgaven van tijdvak 1.
Met behulp van de TIA kunnen docenten zelf evenwichtige toetsen maken.
Je moet eerst je akkoord geven voor het plaatsen van cookies, voordat we deze video mogen laten zien.
Collega’s Paul van der Molen en Bart Pijpers leggen uit wat Stichting Cito doet met examenklachten.
Auditieve of visuele beperking
Voor examenkandidaten met een auditieve of visuele beperking worden centrale examens met spraaksynthese en examens in braille aangeboden. Meer informatie over deze centrale examens vind je op duo.nl.

Kunnen we je helpen?
Stel je vraag via onze kanalen of kijk in de veelgestelde vragen