'Woots omarmen, ook als mogelijkheid voor differentiatie'
Hoe bereidt de Thorbecke scholengemeenschap zich voor op de schoolexamens kijk- en luistervaardigheid? Erika de Vries, vakgroepleider Engels, van de school in Zwolle vertelt er openhartig over: “We doen het nu allemaal digitaal. Een laatste restje is na drie jaar nog een klein beetje huiverig, maar ook zij gaan voor digitaal."
Erika werkt samen met 14 collega’s in de vakgroep Engels op een school voor mavo, havo of vwo met 1.400 leerlingen. Volgend jaar zit ze maar liefst 25 jaar in het onderwijs.
Waarom werken jullie met Kijk- en luistertoetsen?
Erika vertelt: “Omdat je als school je wilt kunnen meten met de rest van het land. Dat je ziet hoe het staat met de kwaliteit van het onderwijs dat op jouw school gegeven wordt aan de leerlingen. Dan is het prettiger om een veelgebruikte toets te nemen. Dat is dan Cito. De meeste scholen doen dat, wij ook. Op de vraag vanaf wanneer ze Cito gebruiken, antwoordt Erika: “Forever… de toetsboekjes, en eerder nog de bandjes, werden jarenlang bewaard. Vanaf 2012 toen ik voor de bovenbouw ging werken, kocht ik elke keer een nieuwe doos erbij met een nieuw jaartal erop om de boel netter te organiseren. We gebruiken ze dus al sinds jaar en dag."
Wanneer zijn jullie met Woots begonnen?
“Vanaf het allereerste moment. Toen ging ik in Deventer naar het Etty Hillesum Lyceum om naar een workshop van Dennis van den Broek te gaan op Het Vlier. Best spannend om te horen over een toetsplatform, want we zijn geen computerschool. We hebben wel laptops die je kunt reserveren. Niet elk kind, niet elk ouderpaar, hoeft dus een laptop te kopen. Toen we hoorden over Woots wilde ik per se naar Deventer om er meer over te horen, want ik ben niet de meest handige op digitaal gebied. En toen kwam de kennis in praktijk brengen: oefenen, dingen klaarzetten, kennis met elkaar delen. Elke keer een update… Wanneer we opstarten, ben ik meestal degene die alle MVT-secties meeneemt en aangeeft: let op, bij leerlingen die extra tijd krijgen, is iets veranderd. Denk aan die update, dat soort dingen.”
Word je in ICT-zaken ondersteund? Of doe je alles zelf?
“Er zijn 3 ICT-collega’s die me heel goed ondersteunen. We proberen nu samen bluetooth-oortjes aan te sluiten. De meeste leerlingen hebben die tegenwoordig. Maar ja, airpods zijn disabled en kunnen geen verbinding maken met de laptops. Dan krijg ik gelukkig hulp van mijn collega's. Die zijn dit aan het regelen. Ook hebben we een beheerder van het Woots-platform, die zet elk jaar de leerlingen en de klassen in het systeem. Hij checkt wie er allemaal extra tijd moeten krijgen, dat is ook fijn. Dan hoef je als docent alleen met je toetsen aan de slag te gaan, bijvoorbeeld om te oefenen.”
Hoe gaat het oefenen dit jaar?
“Het gaat prima! Zolang ze oortjes bij zich hebben mét plug. Dat is nu het voornaamste, want het is kort dag. We houden altijd heel strak vast aan de afnamedata. Ook om verspreiding van materiaal te voorkomen. Vorig jaar hebben we heel even overwogen te stoppen met Cito door wat er toen gebeurde. We hopen dat men in den lande hun verantwoording pakt en met de inzagemogelijkheid wacht, maar dat kan nu in Woots zelfs pas na de afnameperiode. Dus dat moet goedkomen. Oefenen gaat nu wel redelijk. Je kunt ook differentiëren. Als een leerling bij drie oefenmomenten een ruim voldoende scoort, dan hoeft die leerling van mij niet verder te oefenen. Een incentive helpt, die beloning. Met diegene die ondermaats scoren, bijvoorbeeld van 6 vwo, pak ik dan soms een havo-toets. In de hoop dat als ze daarmee een paar keer oefenen, ze het stapje voor vwo makkelijker kunnen maken.”
Wat vinden leerlingen van dat oefenen?
“Ik merk dat ze veel geconcentreerder kunnen werken. Eerder speelden we toetsen af via het smart board en moest iedereen op hetzelfde moment een vraag maken. Nu kunnen ze er zelf sneller doorheen als ze het antwoord weten. Dat vind ik het mooie eraan. Het is daardoor persoonlijker, individueler geworden. En een zegen voor ons dat je die ‘pieeeeeeep’ niet meer overal hoort. Dat is heerlijk, want we hebben ook Frans en Duits...”
Hoe gaan jullie de schoolexamens in januari afnemen?
“We doen het nu allemaal digitaal. Een laatste restje is na drie jaar nog een klein beetje huiverig, maar ook zij gaan voor digitaal. ‘Straks gaat dit mis, of dat mis…’, ik adviseerde ze het gewoon te gaan doen. In een soort pilot en dan gewoon beginnen. We gaan nu met een grotere groep tegelijk afnemen om te kijken of het gaat, of de wifi het houdt in een bepaalde hoek van het gebouw en de ICT-jongens vragen er ergens nog risico in zit. Maar daar ben ik zelf verder niet bij. Dat moeten ze zelf gaan doen.” De hele havo en vwo hoeft niet meer te pilotten, die doen het al zo. De challenge voor ons zat in toekennen van extra tijd. Dat heb ik nu veelvuldig getest. ‘Heb jij echt 35 minuten in plaats van 30 minuten?’ Vorig jaar hadden we nog wel eens leerlingen die aangaven te weinig tijd te hebben gekregen. Check, check, dubbelcheck, zie maar, zo sta je in het systeem! Zo doe je dus nu het voorwerk al, voordat het spannend wordt in januari.”
Heb je ook met de onderbouw te maken?
“Ja, bij de vakgroepmiddagen vertel ik ze altijd over de mogelijkheden in Woots. En dat je met de onderbouw gratis kunt oefenen als je al voor de bovenbouw licenties hebt gekocht. Ze hebben alleen al zoveel, dan slaan ze gauw op tilt. Ook de methode biedt ook allerlei luisteropties. Daarom slaat het formatief oefenen via Woots nog niet zo aan. Helemaal prima, denk ik, want hoeveel wil je uiteindelijk lopen testen, hè?”
Wanneer zijn de schoolexamens voor jou geslaagd?
“Ik heb de afgelopen jaren gedacht, nu hebben we genoeg geoefend. Maar dan viel het bij de normering toch tegen. Landelijk gezien kon ik dus met mijn leerlingen nog wel een tandje bijzetten. Maar leerlingen denken er soms te makkelijk over, denk ik. Bepaalde segmenten zijn soms best lastig. Met een documentaire over de ‘energy crisis’ die ik dan inzet en een aflevering van de BBC ‘Panorama’ die 30 minuten duurt, probeer je dan om hun horizon te verbreden. Zo doen we van alles, net als wat Cito aanbiedt. Er blijft bij mij wel altijd iets over van: had ik dan… Het ligt ook aan de motivatie en de band die je hebt met je leerlingen. Als ze voelen dat je het beste met ze voorhebt, gaan ze gerust zitten voor die documentaire die je ze voorschotelt.”