Direct naar inhoud

Twee doorstroomtoetsen, één doel

13-10-2025 | Nieuws De inschrijvingen voor de doorstroomtoets zijn in volle gang: tot 15 november is het mogelijk om leerlingen in groep 8 voor een van de doorstroomtoetsen aan te melden.

De doorstroomtoets is bedoeld om de leerkracht te helpen bij het maken van een passende keuze voor het vervolgonderwijs. Bij Cito bieden we twee doorstroomtoetsen aan: de Leerling in beeld-doorstroomtoets en de DOE-overheidsdoorstroomtoets. Een interview met Joanne van Emmerik (Cito BV) en Leander Dukers (Stichting Cito).  

Scholen kunnen kiezen uit verschillende doorstroomtoetsen. Hoe komt dat? En waarom biedt Cito twee doorstroomtoetsen aan? 
Joanne: ‘Scholen kunnen al langer kiezen tussen verschillende toetsaanbieders; dat was al vastgelegd in de Wet eindtoetsing po. Met de komst van de Wet doorstroomtoetsen in 2023 is die keuzevrijheid gebleven, net als de verplichting om een toets af te nemen. Nieuw is wel dat Cito BV nu zelf een doorstroomtoets aanbiedt: de Leerling in beeld-doorstroomtoets.’ 

Leander: ‘Daarnaast vond de Tweede Kamer het belangrijk dat er óók een doorstroomtoets namens de overheid zou zijn. Die wettelijke taak hebben wij als Stichting Cito gekregen; zo is de overheidsdoorstroomtoets DOE ontstaan.’ 

Werken de Stichting en de BV samen bij de totstandkoming van de twee doorstroomtoetsen?  
Joanne: ‘Nee. Nee. De activiteiten van Cito BV en Stichting Cito zijn van elkaar gescheiden, zowel juridisch en organisatorisch, als in financiële en operationele zin.’ 

Leander: ‘Ik spreek Joanne net zo vaak als ik de collega’s van de andere doorstroomtoetsaanbieders spreek …’ 

Moet een school eigenlijk voor de doorstroomtoets betalen? 
Joanne: ‘Nee. De overheid betaalt de ontwikkeling en afname zodat elke leerling kan meedoen; het is een publieke voorziening. Aanbieders krijgen daarvoor subsidie, die bedoeld is om hun kosten te dekken.’ 

Beide toetsen voldoen aan dezelfde wettelijke eisen. Maar: waarin verschillen de DOE-overheidsdoorstroomtoets en de Leerling in beeld-doorstroomtoets van elkaar?  
Joanne: ‘Ze verschillen in vorm, beleving en ondersteuning. Zo is de Leerling in beeld-doorstroomtoets zowel op papier als digitaal adaptief beschikbaar en de DOE-doorstroomtoets alleen digitaal – zowel lineair als adaptief.’   

‘Wat bijzonder is aan de Leerling in beeld-doorstroomtoets is dat deze naadloos aansluit op ons kleuter- en leerlingvolgsysteem Leerling in beeld. De lay-out is hetzelfde en ook de opgavetypen zijn bekend. Daardoor voelt de doorstroomtoets voor leerlingen niet als iets anders.’ 

Leander: ‘Alle doorstroomtoetsen houden verplicht rekening met leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze slechtziend, slechthorend of dyslectisch zijn. Wat ik mooi vind, is dat we daar met de DOE nog een stap verder in gaan. Zo zijn er bijvoorbeeld versies voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis of een visuele beperking. Daardoor kunnen alle leerlingen in de klas dezelfde toets maken. Je kunt er trouwens ook voor kiezen om een of enkele leerlingen met een specifieke ondersteuningsvraag de DOE te laten maken.’  

‘DOE is helemaal onafhankelijk van welke lesmethode of welk volgsysteem dan ook, net als voorheen de Centrale Eindtoets. Dat maakt de DOE echt een objectieve aanvulling voor de leerkracht.’ 

Jullie doorstroomtoetsen zijn ontwikkeld samen met het onderwijsveld. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? 
Leander: ‘Voor de DOE werken we met constructiegroepen waarin leerkrachten, experts en onderwijskundigen samen aan toetsvragen werken zoals beschreven in het stappenplan op doe.nl. Daarnaast hebben we ook een klankbordgroep waarmee we sparren over inhoud en ontwikkeling. Die samenwerking ervaren we echt als heel waardevol.’  

Joanne: ‘Bij Leerling in beeld werken we ook veel samen met leerkrachten die voor ons geschikte teksten zoeken. We hebben screeningsgroepen; een soort ‘sensitivity readers’ die scherp zijn op mogelijke gevoeligheden in de toets. En voor rekenen werken we samen met leerkrachten en rekencoördinatoren die helpen bij het bedenken van opgaven die passen bij de belevingswereld van groep 8.’  

Leander: ‘Juist door samenwerking met het onderwijsveld kom je tot toetsen die écht op de praktijk aansluiten.’ 

Er is een hoop te doen (geweest) over de doorstroomtoets. Wat vinden jullie daarvan?  
Joanne: ‘De politiek koos bewust voor pluriformiteit, zodat scholen kunnen werken met een toets die past bij hun leerlingen en hun manier van lesgeven. Die keuze betekent automatisch dat er verschillen ontstaan tussen de toetsen, in opzet en uitvoering. En dat maakt dat de toetsen moeilijk met elkaar te vergelijken zijn.’  

Leander: ‘Door het verplicht naar boven bijstellen bij een hoger toetsadvies wordt de toets hét instrument dat het advies voor het vervolgonderwijs bepaalt. Terwijl wij de toets toch echt zien als onderdeel van alle data waarover de leerkracht beschikt om een passend advies te geven. De toets is een hulpmiddel, geen doel en ook geen oordeel.’  

Joanne: ‘Wij staan allebei voor de professionaliteit van de leerkracht. Want een afgewogen schooladvies komt tot stand door alle informatie over een leerling bij elkaar te leggen en een zo goed mogelijke afweging te maken.’ 

Zoeken