Discussies verrijken
21-04-2023 | Blog Economie is niet alleen een wetenschap van schaarste en productie, maar ook een maatschappelijk vak dat leidt tot veel discussies. Juist die discussies tussen vraageconomen en aanbodeconomen maken het vak voor mij zo boeiend ...... Toegespitst op toetsen en examens, ervaar ik discussies als enorm waardevol. Ik ben er namelijk van overtuigd dat door de vele gesprekken die ik voer met docenten uit het veld, de examens alleen maar beter worden. Die toegevoegde waarde proef ik ook uit m’n gesprekken met beginnende docenten en vakdidactici. Want regelmatig geef ik workshops over toets- en itemconstructie en examencorrectie op docentenopleidingen van hogescholen en universiteiten.
De bron van de onderwerpen leidt vaak naar social media, waar feiten maar toch ook mythes worden gedeeld. Daar vind ik wel wat van. Tijd dus om deze onderwerpen eens te onderzoeken! Ik heb me hierbij laten leiden door de vragen die mij het vaakst worden voorgelegd.
Wat doe je met een leerlingantwoord dat afwijkt van het antwoord in het correctievoorschrift (cv)?
Het is in ieder geval niet zo dat je als docent een antwoord meteen fout moet rekenen, als dat anders is dan het voorbeeldantwoord uit het cv. Op bladzijde twee van het cv staat: bij open vragen moet je voor andere vakinhoudelijk correcte antwoorden scorepunten toekennen.
Dus, als de corrector meent dat het gegeven antwoord a) duidelijk gerelateerd is aan de vraag en b) op basis van vakinhoudelijke argumenten correct is, dan moeten er gewoon scorepunten worden toegekend. Dit is de zogenoemde algemene regel 3.3.
Hoe strikt is het correctievoorschrift?
Een verschil tussen de eerste en tweede correctie worden door docenten nog wel eens als lastig ervaren. Bijvoorbeeld doordat de tweede corrector de regel 3.3 niet hanteert, een vakvereniging stelt dat het cv gevolgd moet worden of als het College voor Toetsen en Examens (CvTE) ervoor kiest om een verzoek tot aanpassing naast zich neer te leggen. Wat overigens zoveel betekent als dat er geen officiële aanvulling komt, of anders gezegd: er in het correctievoorschrift geen fout staat. Maar dit zijn allemaal geen redenen om een goed antwoord vervolgens fout te rekenen. Een cv kent ruimte. Stichting Cito en het CvTE gaan niet over de correctie, en dat komt omdat docenten daar zelf over gaan.
Waarom is er een tweede correctie?
Voor de eerste vraag geeft dit cirkeldiagram een goed inzicht. Je ziet hier de scoreverdeling van 101 docenten van verschillende docentenopleidingen, die dezelfde opgave van dezelfde leerling hebben nagekeken. Het verschil is te verwachten bij het vak economie, waarbij er vaak discussie is.
Zet twee economen bij elkaar en je krijgt drie verschillende meningen. En dat verschil krijg je ook bij professionals die het antwoord van dezelfde leerling nakijken. Dat is de reden waarom we een tweede correctie hebben.
Het is niet zo dat je als docent een antwoord meteen fout moet rekenen, als dat anders is dan het voorbeeldantwoord uit het cv.
Maakt Cito het examen helemaal zelf?
Het maken van examenopgaven is het leukste om te doen, als je het mij vraagt. Best jammer dus dat ik als toetsdeskundige dat niet zelf mag doen. Het zijn namelijk de vakdocenten die voor de klas staan en op basis van hun vakkennis en creativiteit de opgaven ontwikkelen. Wel begeleid ik hen bij toetstechnische afwegingen, stel ik het examen samen op basis van de losse opgaven en presenteer ik het examen aan de vaststellingscommissie van het CvTE. Die commissie bestaat uit een hoogleraar en een aantal docenten. De opgaven worden ook getest via try-outs en pre-testen bij weer andere docenten. Het levert mij allerlei informatie op over de aansturing, taligheid, betrouwbaarheid, moeilijkheid en het effect van de getoetste vaardigheden van leerlingen. Al die input combineer ik weer om tot een betrouwbaar en valide examen te komen. In totaal werken er (alle vakken bij elkaar) bijna 1.500 docenten aan de examens!
Waarom zijn examens soms zo talig?
Om dat uit te leggen, pak ik de examensyllabus erbij van het CvTE. Aan de hand daarvan ontwikkelen we de examenopgaven. In de syllabus staat het examenprogramma en ook het ontwerpprincipe van de examens. Zo moeten de examens ontworpen worden via de concept-context benadering. Hiermee wordt bedoeld dat leerlingen contexten voorgelegd moeten krijgen die zij nog niet kennen en waarop ze hun kennis moeten kunnen toepassen. Contexten moeten worden uitgelegd, en dat maakt examens talig.
Ik ben trots op de economie examens. Met al die betrokken professionals zoals vakdocenten, constructeurs, vaststellingscommissieleden, beginnende docenten en vakdidactici blijf ik me inzetten voor altijd weer betere examens. Discussies verrijken. Maar altijd wel gebaseerd op feiten en niet op mythes. Voor een goede discussie of het beantwoorden van een vraag ben ik altijd te porren!
Twan Huijbers, Toetsdeskundige economie Stichting Cito, Twan.huijbers@cito.nl
PS: Bekijk hier de infographic Het correctievoorschrift bij centrale examens