Direct naar inhoud
Leerlingen voortgezet onderwijs

De engelenmaker

| 15-05-2024 | Nieuws Deze examenperiode vertellen onze toetsdeskundigen op Scholieren.com over het tot stand komen van 'hun' examenopgave. Op deze pagina verzamelen we hun verhalen.

Vandaag 15 mei, vertelt toetsdeskundige Patrick Rooijackers over vraag 34 uit het centraal examen Nederlands vwo dat vanmiddag werd afgenomen.

Het examen Nederlands havo/vwo bestaat sinds 2015 helemaal uit tekstbegrip: je leest een tekst en beantwoordt daarna een aantal begripsvragen. Wij, de examenmakers, gaan ervan uit dat je een tekst hebt gelezen voordat je aan de vragen begint. We maken vooral vragen om te kijken of je de inhoudelijke verbanden tussen alinea’s snapt, en vooral ook de hele tekst. Hopelijk heb je dus eerst bij het examen de hele tekst gelezen voordat je de vragen ging beantwoorden? (Onze te late examentip!)
Vanaf dit examenjaar zijn er een paar inhoudelijke vernieuwingen in het examen. We gaan vaker vragen stellen over het verband tussen twee of meer teksten, over stijl en beeldspraak en over de kwaliteit en bruikbaarheid van teksten. Als 21e-eeuwse lezer heb jij via Google en andere zoekmachines vaker te maken met minder goede teksten, setjes teksten over één onderwerp en teksten die je mening proberen te beïnvloeden. Dat gaan we vaker in het examen meenemen.

Engelenmaker beoordeeld
Die vernieuwing valt het meest op in het laatste onderdeel van het examen: vier bronnen over de roman De engelenmaker van Stefan Brijs. Vooraf is er een doel gegeven: je onderzoekt voor je mondeling literatuurexamen de waarderingsgeschiedenis van deze roman. Bron 1 is geschreven door een marketeer, de tweede door leerlingen, de derde door een letterkundige en bron 4 is een fragment uit een interview met de auteur.
Heb je gezien dat vooral bron 3 erg goed bruikbaar is voor het doel? En bron 2 en 4 heel wat minder? Kun je ook duidelijk aangeven waarom dat het geval is? En zie je de overeenkomsten en verschillen in argumenten tussen de bronnen? Daarover hebben we bij dit onderdeel vooral vragen gesteld.

Vraag 34 toegelicht
Uiteindelijk geldt voor bijna alle vragen in dit examen dat we ze in 2023 ook hadden kunnen stellen. Duidelijk ‘nieuwe’ vragen zijn vraag 33 en 34. Daarin bepaal je met argumenten de betrouwbaarheid of bruikbaarheid van een bron. Vraag 34 gaat over bron 4: waarom is deze niet bruikbaar voor je onderzoek naar de waarderingsgeschiedenis?

            Je kunt erover twijfelen of bron 4 voor je waarderingsonderzoek bruikbaar is.
2p 34  Geef twee argumenten waarom bron 4 hiervoor niet bruikbaar is. Baseer je antwoord op de inhoud van bron 4.
            Laat de vindplaats en auteur van bron 4 hierbij buiten beschouwing.
            Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.

Bron 4 is geschreven voor een bekend dagblad door een kunstredacteur. Je kunt jezelf afvragen of een tekst van een kunstredacteur wel een ideale bron is voor je onderzoek: een kunstkenner hoeft niet veel te weten van literatuur. Maar die terechte opmerking is geen antwoord op de vraag: je moet “de vindplaats of auteur van bron 4” buiten beschouwing laten en je richten op “de inhoud van bron 4”.
Als je voor je literatuurmondeling de waardering onderzoekt van een roman, gebruik je idealiter recensies van specialisten, zoals letterkundigen en boekenredacteurs. Maar is bron 4 wel een recensie? Bron 4 opent met “Stefan Brijs wil maar zeggen” en in het grootste deel van de eerste alinea wordt Brijs geciteerd. Dat zijn sterke inhoudelijke aanwijzingen dat deze bron 4 een interview is met de schrijver van de roman. Dus dit is een eerste reden waarom deze bron niet bruikbaar is voor je onderzoek.
In de tweede alinea is niet Brijs maar de interviewer duidelijk het woord. Ze geeft een oordeel over de roman (“prachtig, fascinerend verhaal”) en geeft informatie over de opbouw en motieven van de roman. Maar echte argumentatie over haar oordeel ontbreekt, en die heb je voor je onderzoek wel nodig. Dat is een tweede reden waarom deze bron niet bruikbaar is voor je onderzoek.
Voor de rest lijkt er voor je onderzoek niet zoveel mis met bron 4. Aan de schrijf- of redeneerstijl van bron 4 bijvoorbeeld mankeert in onze ogen niets.

Patrick, toetsdeskundige Nederlands vwo bij Stichting Cito

Wil je meer weten over het proces rond het maken van centrale examens? Kijk dan hier.

Zoeken