Direct naar inhoud

De doorstroomtoets helpt om door te stromen

27 januari 2025

Dit schooljaar buigen leerlingen in groep 8 zich, vanaf maandag 27 januari, over de doorstroomtoets. De resultaten van de doorstroomtoets zijn voor de leerkracht extra informatie om het definitieve schooladvies te bepalen.

Scholen kunnen kiezen uit zes doorstroomtoetsen. In het publieke debat wordt steeds vaker gepleit voor één doorstroomtoets. Aanleiding hiervoor zijn de verschillende resultaten op de doorstroomtoets van schooljaar 2023/2024. Maar is één doorstroomtoets wel de juiste en niet een te snel gekozen oplossing, voor een ingewikkeld probleem binnen het huidige onderwijsstelsel?

Verschillende informatiebehoeftes

Natuurlijk begrijpen we de gedachte; bij één doorstroomtoets zijn de problemen over vergelijkbaarheid van de baan en krijgt iedere leerling dezelfde toets. Maar de doorstroomtoets is bedoeld om de leerkracht te helpen bij het maken van een passende keuze voor het vervolgonderwijs. Dan moet zo’n toets ook goed voelen. En aansluiten op de onderwijsvisie van de school, de informatiebehoefte van de leerkracht en de ervaring van de leerling.

Met één verplichte doorstroomtoets vervalt de keuze en kan het voor veel scholen juist aanvoelen als een verplicht nummer, wat het draagvlak geen goed zal doen. Terwijl de leerling juist recht heeft op een zo goed mogelijk advies. En om tot dat advies te komen hoop je dat er zoveel mogelijk informatie beschikbaar is en bij elkaar komt, om de leerling een zo goed mogelijke start in het voortgezet onderwijs te geven.

Op dit moment lijken alle doorstroomtoetsen erg op elkaar; ze meten allemaal dezelfde vaardigheden. En dat is jammer. Want verschillende scholen hebben verschillende informatiebehoeftes.

Meer onderlinge verschillen

Wat ons betreft zouden daarom de verschillen tussen de doorstroomtoetsen nog wel groter mogen zijn. Zodat scholen ook echt kunnen kiezen wat bij ze past. Eigenlijk net zoals ouders, die kiezen voor een school die het beste bij hun kind past.

Natuurlijk realiseren we ons dat dit wat van ons allemaal vraagt. Niet alleen loslaten dat het allemaal hetzelfde moet zijn. We zullen als toetsenmakers ook meer de focus moeten gaan leggen op de kwaliteit van de voorspellende waarde van elke toets. En daarmee doen we recht aan het woord doorstroomtoets.

Wij denken dat we verschillen moeten omarmen. Met ruimte om verschillende doorstroomtoetsen te maken. Zodat het past bij de schoolvisie en er voor scholen echt iets te kiezen is.

In dit blog pleit Saskia Wools, voorzitter Raad van bestuur van Cito, dan ook om niet te snel te kiezen voor een voor de hand liggende oplossing (één doorstroomtoets), maar voor het nemen van een tussenstap. Hierdoor geven we het huidige doorstroomtoetsstelsel ook wat meer tijd om met een minder rigoureuze oplossing, de ervaren problemen te verkleinen.

Lees het blog: Eén doorstroomtoets? Geen goed idee.

We zoomen kort in op enkele vragen met antwoorden:

Bij welke doorstroomtoets is Cito betrokken?

Cito is betrokken bij twee doorstroomtoetsen.

Binnen Cito BV voeren we marktactiviteiten uit. Passend bij het volgsysteem Leerling in beeld van Cito wordt de Leerling in beeld - doorstroomtoets aangeboden.

Binnen Stichting Cito ontwikkelen we namens de overheid alle wettelijke toetsen en examens voor het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Voor primair onderwijs is dat dus de overheidsdoorstroomtoets DOE. Het is een verzoek van de Tweede Kamer om naast het aanbod doorstroomtoetsen van private partijen, ook een doorstroomtoets namens de overheid aan te bieden.

De kennis die we opbouwen binnen de stichting is beschikbaar voor onderwijs en markt. Alle toetsaanbieders, overheid en andere aanbieders, kunnen onder gelijke condities terecht bij Stichting Cito voor psychometrische kennis en expertise. De activiteiten van Cito BV en Stichting Cito zijn van elkaar gescheiden, zowel juridisch en organisatorisch, als in financiële en operationele zin. Collega’s van Cito BV en van Stichting Cito werken fysiek gescheiden van elkaar. Er zijn geen medewerkers die doorstroomtoets-taken verrichten voor zowel Cito BV als voor Stichting Cito. Lees hier meer over onze hybride organisatie.

Waarin de Leerling in beeld - doorstroomtoets en DOE van elkaar verschillen hebben we voor je op een rijtje gezet op deze webpagina.

Wat is het doel van de doorstroomtoets?

Het belangrijkste doel van de doorstroomtoets is advies geven aan de leerkracht over doorstroom, naar een richting in het voortgezet onderwijs die op dat moment het beste aansluit.
De doorstroomtoets is niet het eindpunt in de ontwikkeling van een leerling. Want in het vervolgonderwijs ontwikkelen leerlingen zich verder. Ook meet de toets niet alles. Dat kan ook niet. Dat kan geen enkele toets.
Het is juist de combinatie van het oordeel van de leerkracht en het toetsresultaat, die leidt tot een zo goed mogelijk advies over het best passende vervolgonderwijs.

Waarom wordt er niet alleen vertrouwd op de professionaliteit van de leerkracht?

We komen niet aan de professionaliteit van de leerkracht. De toetsresultaten ondersteunen de leerkracht bij het bepalen van het schooladvies. De rol van de leerkracht vinden we heel belangrijk. Want toetsresultaten moeten altijd in een brede context worden gezien en door mensen worden geïnterpreteerd. Zouden we geen toetsen meer afnemen, dan kan het oordeel van de leerkracht te subjectief zijn. En zou de focus alleen liggen op de toets en het behalen van een zo hoog mogelijke score, dan wordt dat oordeel enorm belangrijk. Het is dan ook niet het een of het ander, maar de combinatie van toetsresultaat en oordeel van de leerkracht die bijdraagt aan kansengelijkheid.

Waarom kijkt de doorstroomtoets alleen naar taal en rekenen?

Rekenen, taalverzorging en lezen zijn verplichte onderdelen in een doorstroomtoets. Dat staat beschreven in de wet. Deze cognitieve vaardigheden zijn goed objectief te meten. Onafhankelijk van de leerkracht. De toetsresultaten geven een goede voorspelling voor het verdere verloop van de onderwijsloopbaan van de leerling. Ook wordt op basis van toelatings- en doorstroomonderzoek gekeken of de toetsadviezen overeenkomen met de niveaus waar leerlingen terecht zijn gekomen na 3 jaar middelbare school.

Hoe is het nu geregeld met de vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid van doorstroomtoetsen?
  • Eén proces en gelijke wettelijke eisen
    Voordat een doorstroomtoets mag worden gemaakt op school, moet de toets officieel worden toegelaten tot het Nederlandse onderwijsstelsel. Daar gaat een zorgvuldige en uitgebreide kwaliteitsbeoordeling aan vooraf (meer hierover lees je op deze website.)

Alle aanbieders van doorstroomtoetsen volgen hetzelfde proces en moeten voldoen aan dezelfde wettelijke eisen. Hierdoor is de kwaliteit van alle doorstroomtoetsen vergelijkbaar.

  • Eén normering
    Om ervoor te zorgen dat leerlingen voor dezelfde toetsprestaties ook hetzelfde toetsadvies krijgen, ongeacht de doorstroomtoets die ze maken, worden alle doorstroomtoetsen op eenzelfde manier genormeerd. Deze landelijke normering draagt bij aan de vergelijkbaarheid en de betrouwbaarheid van toetsresultaten. Bij het normeren wordt er niet gekeken naar de voorlopige schooladviezen. Daardoor zijn toetsadviezen echt een objectief gegeven naast het schooladvies.

    Normeren gebeurt op basis van zogenoemde ankervragen. Ankervragen zijn toetsvragen die in alle doorstroomtoetsen zijn opgenomen. Op basis van dit gezamenlijke anker worden de grenzen voor referentieniveaus (wat een leerling weet en kan) en de verschillende toetsadviezen (van pro/vmbo tot vwo) bepaald. Zo leiden bij alle doorstroomtoetsen dezelfde prestaties tot dezelfde resultaten. De ankervragen worden samen met de overige toetsvragen gebruikt om de vaardigheid van een leerling te bepalen.
Wat klopt wel en wat klopt niet? (Animatie)

Er wordt veel gepraat over de doorstroomtoets. Omdat we merken dat niet altijd alles klopt wat er wordt verteld, hebben we deze animatie gemaakt. Hierin lichten we drie stellingen toe:

  1. De doorstroomtoets meet niet alles wat ik kan – dat klopt
  2. Voor mijn toetsadvies maakt het uit hoe mijn vriendjes de doorstroomtoets hebben gemaakt – dat klopt niet
  3. Er is een vast aantal toetsadviezen voor elke onderwijsrichting. Dus ik moet extra m’n best doen – dat klopt niet
Animatie
Eerlijke kansen met de doorstroomtoets?
  • De doorstroomtoets werkt!
    Vanaf 2015, toen de eindtoets verplicht werd, hebben alle leerlingen in groep 8 een extra kans gekregen om te laten zien wat ze in hun mars hebben, los van het oordeel van hun leerkracht. Dat het werkt is gebleken in 2020 en er door corona geen eindtoetsafnames waren. Toen kregen groep 8’ers gemiddeld een lager schooladvies als we dat vergelijken met voorgaande jaren. Schooladviezen werden door het wegvallen van de toenmalige eindtoets namelijk niet naar boven bijgesteld. Dit had een negatief effect op leerlingen met een lage sociaal-economische status en leerlingen uit minder stedelijke gebieden. (Ref. rapport DUO)
  • Ondersteunen met toetsresultaten
    Wij zijn ervan overtuigd dat data die onder meer worden verzameld met toetsen, bijdragen aan het met vertrouwen zetten van de volgende stap. En dat daardoor iedere leerling de kans krijgt om los van het oordeel van de leerkracht te laten zien wat hij of zij geleerd heeft.

  • Juiste waarde
    Helaas zien we dat de rol van de doorstroomtoets vaak onbedoeld groot wordt gemaakt. Met betaalde trainingen en extra bijles voor een zo hoog mogelijke toetsscore. Dat is niet alleen oneerlijk omdat dit niet voor iedereen is weggelegd, maar we vinden het bovenal onwenselijk omdat het de leerling niet helpt.
Hoe kijkt Cito naar de ervaren toetsdruk?

Natuurlijk kunnen we ons voorstellen dat het maken van een doorstroomtoets voor leerlingen best spannend kan zijn. Maar tegelijkertijd moet je er ook de juiste waarde aan hechten. De doorstroomtoets is geen eindpunt in de ontwikkeling van een leerling. De toets geeft advies aan de leerkracht over doorstroom naar een richting in het vervolgonderwijs die op dat moment het beste aansluit. In het vervolgonderwijs ontwikkelen leerlingen zich verder.

Toch zien we helaas dat de rol van de doorstroomtoets vaak onbedoeld groot wordt gemaakt. Met betaalde trainingen en extra bijles voor een zo hoog mogelijke toetsscore. Dat is niet alleen oneerlijk omdat dit niet voor iedereen is weggelegd, maar we vinden het vooral onwenselijk omdat het de leerling niet helpt.

Welk beeld laat de Leerling in beeld-doorstroomtoets zien in 2025?

Dit schooljaar is door ruim 83.000 leerlingen op zo’n 3.000 scholen de Leerling in beeld-doorstroomtoets gemaakt. Van deze leerlingen maakten ruim 38 procent de digitale versie. De resultaten van de Leerling in beeld-doorstroomtoets van Cito, zijn over het algemeen in lijn met die van 2024. Wel zien we een verschil bij referentieniveau 1S voor Rekenen. Een verklaring hiervoor kunnen we nog niet aanwijzen en wordt onderzocht.  

Percentage toetsadviezen Leerling in beeld-doorstroomtoets 2024 en 2025:

Toetsadvies

LIB 2024 p

 

LIB 2024 d

 

LIB 2025 p

 

LIB 2025 d

pro/vmbo bb

0,5

2,4

0,8

2,24

vmbo bb/kb

8,7

13,8

9,8

15,09

vmbo kb/gl-tl

17,9

19,3

20,12

23,04

vmbo gl-tl/havo

30,2

29,0

30,17

28,37

havo/vwo

25,2

21,9

23,77

19,97

vwo

17,4

13,7

15,35

11,30

Percentage behaalde referentienieveaus Leerling in beeld-doorstroomtoets 2024 en 2025:

Verplichte onderdelen

LIB 2024 p

 

LIB 2024 d

 

LIB 2025 p

 

LIB 2025 d

LEZEN 1F

99,8

99,1

99,15

97,66

LEZEN 2F

80,4

74,6

79,83

69,90

REKENEN 1F

94,4

89,8

93,84

89,98

REKENEN 1S

56,0

48,8

48,52

41,99

TAAL 1F

97,0

93,0

96,95

94,63

TAAL 2F

60,7

51,3

59,15

51,8

In 2024 bleek dat wat we meten met onze Leerling in beeld-leerlingvolgsysteemtoetsen in vergelijking met de resultaten in de doorstroomtoets 2024, een stabiel beeld opleverde. Net als vorig jaar zullen we ook dit jaar nagaan of de resultaten van de Leerling in beeld-doorstroomtoets aansluiten bij de voorlopige schooladviezen van de Leerling in beeld-lvs toetsen. Daarover later meer.

Welk beeld laat DOE zien in 2025?

DOE is dit schooljaar gemaakt door ruim 1.200 leerlingen op 65 scholen. De resultaten van de overheidsdoorstroomtoets DOE, zijn over het algemeen in lijn met die van 2024.

Percentage toetsadviezen DOE 2024-2025*

Toetsadvies

 

DOE 2024

 

DOE 2025

pro/vmbo bb

1,36

1,52

vmbo bb/kb

18,45

16,29

vmbo kb/gl-tl

24,54

25,00

vmbo gl-tl/havo

27,74

29,83

havo/vwo

17,86

17,90

vwo

10,05

9,47

Percentage behaalde referentienieveaus DOE 2024-2025*

Verplichte onderdelen

 

DOE 2024

 

DOE 2025

LEZEN 1F

98,17

98,01

LEZEN 2F

68,89

70,64

REKENEN 1F

88,47

88,73

REKENEN 1S

37,20

39,39

TAAL 1F

94,91

95,27

TAAL 2F

48,14

48,58

*) Deze percentages zijn berekend o.b.v. alle leerlingen in het reguliere basisonderwijs die DOE hebben gemaakt.

Meer weten over DOE? Ga naar DOE.nl

Medewerker aan telefoon

Kunnen we je helpen?

Stel je vraag via onze kanalen of kijk in de veelgestelde vragen.
Voor scholen: Vergeet niet om het brinnummer bij de hand te hebben en/of in de mail te vermelden, zodat we jouw vraag sneller kunnen behandelen!

Bereikbaar Ma t/m vr 08.30 tot 15.00 uur
Bellen (026) 352 11 11
E-mail klantenservice@cito.nl

Zoeken