Direct naar inhoud

Cito in veelgestelde vragen

Cito in veelgestelde vragen

We merken dat er regelmatig misverstanden bestaan over Cito. Cito is toch een overheidsorganisatie? Of, jullie zijn toch van de Cito-toets? Lees hieronder hoe het echt zit!

Over onze organisatie en governance

Cito is van de overheid, toch?

Nee, niet meer. We zijn in 1968 gestart als overheidsorganisatie, maar werden in 1999 geprivatiseerd. We zijn dus zeker niet meer ván de overheid, maar werken deels nog wel vóór de overheid. Het gaat hier bijvoorbeeld om de centrale examens, de Centrale Eindtoets en toetsen die met subsidie worden gemaakt.

Cito is een hybride organisatie. Wat betekent dat?

Dit betekent dat onze organisatie bestaat uit een Stichting en een BV. Via Stichting Cito verrichten we onze wettelijke en publieke taak. Binnen Cito BV ontplooien we marktactiviteiten die passen bij onze maatschappelijke missie. De activiteiten van Stichting Cito en Cito BV zijn strikt en transparant van elkaar gescheiden. Zowel in juridisch en organisatorische, als in financiële en operationele zin. Wil je meer hierover weten? Kijk dan op de webpagina Organisatiestructuur.

Cito heeft dus een wettelijke, publieke én maatschappelijke taak. Dat klinkt ingewikkeld.

Het betekent dat we drie typen producten en diensten leveren voor het onderwijs en beroepsgroepen. Het maken van centrale toetsen en examens voor de overheid is onze wettelijke taak. Die opdracht is vastgelegd in de wet. We vinden het onze publieke taak om onze kennis te delen en onze expertise in te zetten om het onderwijs (en het toetsen) van morgen te verbeteren, bijvoorbeeld via onderzoek of innovaties. Het zorgen voor eerlijk beoordelen en toetsen door het leveren van bijvoorbeeld volgsystemen, examens en trainingen aan organisaties in het onderwijs, maar ook aan bedrijven en instellingen, zien we als onze maatschappelijke taak. Elke taak is belegd bij een eigen divisie: onze wettelijke taak bij Cito CTE, onze publieke taak bij CitoLab en onze maatschappelijke taak bij Cito BV.

Krijgt Cito subsidie om toetsen te maken?

Cito krijgt subsidie voor het werk dat we doen voor de overheid. We leveren ook producten en diensten waarvoor we géén subsidie ontvangen. Het gaat dan om de volgsystemen en schoolexamens die we ontwikkelen in eigen beheer, en om toetsen, examens, trainingen en advies in opdracht van overheden (via aanbesteding), brancheverenigingen en bedrijven. Deze activiteiten hebben we ondergebracht in Cito BV.

Kan Cito eigen producten ontwikkelen met overheidssubsidie?

Nee, dat kan niet. Onze wettelijke taken vinden plaats in Stichting Cito, onze andere activiteiten in Cito BV. Zo houden we geldstromen en taken gescheiden. Transparantie hoort bij een maatschappelijke kennisinstelling als Cito. Hierop wordt toegezien door één overkoepelende Raad van Toezicht, die weer wordt ondersteund door adviesraden voor funderend onderwijs, beroepsonderwijs en beroepsbeoefenaren én een wetenschappelijke adviesraad.

Maakt Cito winst met het maken van toetsen en examens?

Daar kunnen we kort over zijn: Cito heeft geen winstoogmerk. Het rendement dat we maken met onze activiteiten in Cito BV, wordt daar gebruikt voor de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten.

Heeft Cito voordeel door te werken voor de overheid?

De kennis die we binnen Stichting Cito opdoen door te werken voor de overheid, houden we niet voor onszelf. We delen die kennis met de markt en maken prototypes breed beschikbaar. Zo voorkomen we oneerlijke concurrentie. Zie ook de webpagina CitoLab.

Over onze missie en maatschappelijke betrokkenheid

Cito noemt zichzelf een maatschappelijke organisatie? Hoe zit dat?

Als Cito dragen we met overtuiging en passie bij aan kansengelijkheid en onderwijskwaliteit voor krachtig onderwijs. We zetten al onze expertise en ervaring in om producten te ontwikkelen die leraren ondersteunen en waarmee leerlingen objectief kunnen laten zien wat ze in hun mars hebben. Daar doen we samen met onderwijsprofessionals, stakeholders en bedrijfsleven ons uiterste best voor.

Kansengelijkheid hoor je vaker. Wat is het verband met Cito?

‘Kansengelijkheid’ is precies dé drijfveer waarom Cito in 1968 is opgericht. Het onderwijs was in die tijd nog niet zo toegankelijk. Kinderen uit betere kringen hadden meer kansen in het vervolgonderwijs. Met de ontwikkeling van de Cito-toets wilden we dat veranderen. Die moest leerlingen een andere kans geven om te laten zien waar hun kracht lag en zorgen voor objectieve gegevens voor een eerlijk schooladvies. We zijn er trots op dat de Cito-toets het doorstroombeleid naar het voortgezet onderwijs kon openbreken. En ook al is er sindsdien veel veranderd, nog steeds streven we ernaar om met onze toetsen en examens eerlijk inzicht te geven in wat leerlingen kunnen, ongeacht wie ze zijn.

Cito geeft via haar divisie CitoLab invulling aan het label ‘kennisorganisatie’. Wat heeft het onderwijs daaraan?

Best veel, eigenlijk. Het label geeft aan dat we beschikken over specifieke en unieke expertise. En die kennis delen we met anderen. Binnen CitoLab doen we voortdurend toegepast wetenschappelijk onderzoek naar onderwijskundig meten en het gebruik van data in de klas. We zijn hierover transparant en geven bijvoorbeeld in een openbaar meerjarenbeleidsplan aan wat onze innovatiethema’s zijn en hoe ons werkprogramma eruitziet. Door nieuwe inzichten terug te geven aan het onderwijs, stakeholders en de markt, zorgen we ervoor dat deze breed beschikbaar komen. Wij zien dit als onze verantwoordelijkheid om het onderwijs verder te helpen.

Cito zegt voor en met het onderwijs te werken. Weet Cito voldoende wat er in het onderwijs leeft?

Zeker! Niet alleen hebben veel van onze medewerkers onderwijservaring, ook maken we onze meet- en volginstrumenten samen met onderwijsprofessionals. Zo ontwikkelen we samen met leraren toets- en examenopgaven, die daarmee aansluiten op de dagelijkse praktijk uit het onderwijs. En testen heel veel scholen onze nieuwe versies van toetsproducten of prototypes voor volledig nieuwe instrumenten. Op allerlei manieren zoeken en onderhouden we contact met het onderwijs. Ook de organisatie van congressen, onze eigen leerlingenraad en de intensieve samenwerking met universiteiten, ketenpartners, stakeholders en overheid horen daarbij.

Corona heeft behoorlijke impact gehad op het onderwijs. Hoe heeft Cito bijgedragen?

Op basis van onze expertise hebben we het onderwijs zo goed mogelijk bijgestaan. Zo hebben we docenten vo ondersteund met een handreiking voor het opstellen van resultaatverbeteringstoetsen, toen de centrale examens in het schooljaar 2019-2020 niet doorgingen. Hebben we toetsingsvormen aangeboden aan docenten voor schoolexamens op afstand, met praktische tips voor het veilig afnemen van die schoolexamens. Ook is regelmatig onderzoek gedaan naar de effecten van schoolsluiting en afstandsonderwijs in coronatijd. Zowel voor het basisonderwijs als voor het voortgezet onderwijs. Zie webpagina: Impact van corona (cito.nl). Naast het aanreiken van vele praktische handvatten, organiseerden we eveneens vaak online vraagsessies voor leraren en docenten.

Cito is overtuigd dat toetsen waarde toevoegen voor de onderwijspraktijk. Toch is er ook kritiek. Wat doen jullie ermee?

Wij geloven dat het gebruik van data op scholen bijdraagt tot minder ongelijkheid en eerlijke kansen. Deze data kunnen onder andere verzameld worden met toetsen. De informatie die daarmee beschikbaar komt kan gebruikt worden om volgende stappen te zetten bij het leren en ontwikkelen. Hierdoor krijgt iedere leerling de kans om objectief zichtbaar te maken wat hij of zij geleerd heeft.

Gebruikers vinden het prettig om met onze producten te werken en voelen zich geholpen en gezien. Maar we horen ook de kritiek die wordt geuit op het gebruik van toetsen. En hoewel we hiervoor niet als enige verantwoordelijk zijn, voelen we wel de verantwoordelijkheid om vanuit onze expertise te kijken wat er beter kan. Het maakt dat we kritisch kijken naar onze producten, naar de uitwerking ervan in de praktijk en hoe we onze producten beter kunnen laten aansluiten bij deze tijd. Want we willen in beweging blijven om te helpen het onderwijs beter te maken.

We beseffen dat toetsen niet allesomvattend zijn. En dat kan ook niet. Er is geen enkele toets die recht doet aan alles wat een kind heeft geleerd. Dit betekent niet dat we de waarde van toetsen teniet moeten doen. Maar we vinden het wel belangrijk dat toetsresultaten in een brede context worden gezien en altijd door mensen worden geïnterpreteerd

Omdat de wereld snel verandert en wij alleen dat natuurlijk niet kunnen bijhouden, staan we altijd open voor samenwerking. Voor de verbinding met buiten.

Oefenen voor Cito-toetsen, is dat eerlijk?

We begrijpen dat extra les een leerling kan helpen om aan een vaardigheid te werken. Maar extra toetsopgaven trainen om een zo hoog mogelijk toetsresultaat te behalen, raden we af. Het helpt de leerling namelijk niet om in het vervolgonderwijs te starten op een niveau dat eigenlijk niet aansluit. Bovendien kan trainen zorgen voor onnodige spanning en onrust bij leerlingen. Daarom nemen wij afstand van trainingsbureaus en trainingsmateriaal. En hoewel de naam soms anders doet vermoeden, bestaat er geen enkele relatie tussen trainingsbureaus of aanbieders van trainingsmateriaal en onze organisatie. In de voorbereiding op een toets is het wel handig voor leerlingen om een voorbeeldtoets te bekijken, gewoon om te zien hoe de toets eruitziet en hoe de toets werkt.

Over onze producten en diensten

Waarom toetsen

Toetsen zijn bedoeld om een aanvullend beeld te geven van een leerling. Soms bevestigen ze wat je al dacht, soms geven ze je een nieuw perspectief. Tijdens een schoolloopbaan worden dagelijks onderwijskundige beslissingen genomen. Soms klein (‘Zal ik dit onderwerp nog een keer extra uitleggen?’) en soms groot (‘Welk vervolgonderwijs past bij deze leerling?’). Leraren nemen deze beslissingen door bijvoorbeeld te observeren, door leerlingwerk te bekijken of door gericht vragen te stellen in de klas. Maar tijd is schaars. En mensen zijn niet vrij van blinde vlekken. Daarom kan een gestandaardiseerde toets helpen.

Wat is een goede toets

Een goede toets sluit aan bij de beslissing die je ermee wilt nemen. Feedback geven over de schrijfvaardigheid van een leerling is wat anders dan het opstellen van een schooladvies in groep 8. Het doel van de toets is bepalend voor het uiteindelijke toetsontwerp. Een van de doorslaggevende elementen is hoe belangrijk een beslissing is die een toets ondersteunt. Voor heel belangrijke beslissingen kiezen we idealiter voor een langere toets: hoe meer opgaven, hoe breder en betrouwbaarder het beeld van de vaardigheid kan zijn. Tegelijk houdt een toetsontwikkelaar rekening met praktische zaken als: kunnen leerlingen zich zo lang concentreren en hoe beperken we de nakijktijd die nodig is?

Een toets meet niet alles (en dat kan ook niet)

Een toets is altijd een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Dat moet meegewogen worden in het gebruik van toetsresultaten en op waarde worden geschat. Geen enkele toets in de wereld meet perfect en kan alles volledig in beeld brengen.Het liefst  zouden we leerlingen levensechte vraagstukken voorleggen, door ze bijvoorbeeld een kassabon in een winkel te laten narekenen. Maar dat is behoorlijk tijdsintensief, lastig te organiseren en complex om na te kijken. Geen enkele toets vangt dan ook de volledige werkelijkheid. Daarnaast zijn er persoonlijke factoren die een rol spelen bij het maken van toetsen. Een leerling kan bijvoorbeeld verkouden zijn, afgeleid raken van een figuur bij een opgave of een opgave niet helemaal goed lezen. En bij een ander kan de toetscontext juist voor een betere concentratie zorgen. Daarom maken we bij toetsontwikkeling bewuste keuzes. Zodat de toets wél doet waarvoor hij bedoeld is: een betrouwbaar en valide beeld geven. Niet perfect, wel waardevol. Het toetsresultaat verdient zorgvuldige duiding door goed in te schatten wat het resultaat zegt en wat ook niet.

Een toets is een krachtige toevoeging aan menselijke observaties

We pleiten er voor om toetsresultaten altijd in combinatie te beschouwen en (belangrijke) onderwijsbeslissingen nooit op basis van één databron te nemen. Een toets is maar een toets. Het is een krachtige toevoeging aan menselijke observaties. Een hulpmiddel met waarde én beperkingen. Een toets biedt leerlingen de kans om te laten zien wat ze in hun mars hebben. Iedere leerling verdient het om die kans te krijgen. Wij zien de toets als een van de databronnen die de leraar gebruikt om te komen tot passende onderwijsbeslissingen. De onderwijsprofessional kan het verschil maken - door te duiden, te wegen en de verschillende databronnen met elkaar te verbinden. Om zo het onderwijs vorm te geven waarin iedere leerling zich optimaal kan ontwikkelen.

Bij welke doorstroomtoets is Cito betrokken?

Cito is betrokken bij twee doorstroomtoetsen.

Binnen Cito BV voeren we marktactiviteiten uit. Passend bij het volgsysteem Leerling in beeld van Cito wordt de Leerling in beeld - doorstroomtoets aangeboden.

Binnen Stichting Cito ontwikkelen we namens de overheid alle wettelijke toetsen en examens voor het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Voor primair onderwijs is dat dus de overheidsdoorstroomtoets DOE. Het is een verzoek van de Tweede Kamer om naast het aanbod doorstroomtoetsen van private partijen, ook een doorstroomtoets namens de overheid aan te bieden.

De kennis die we opbouwen binnen de stichting is beschikbaar voor onderwijs en markt. Alle toetsaanbieders, overheid en andere aanbieders, kunnen onder gelijke condities terecht bij Stichting Cito voor psychometrische kennis en expertise. De activiteiten van Cito BV en Stichting Cito zijn van elkaar gescheiden, zowel juridisch en organisatorisch, als in financiële en operationele zin. Collega’s van Cito BV en van Stichting Cito werken fysiek gescheiden van elkaar. Er zijn geen medewerkers die doorstroomtoets-taken verrichten voor zowel Cito BV als voor Stichting Cito. Lees hier meer over onze hybride organisatie.

Waarin de Leerling in beeld - doorstroomtoets en DOE van elkaar verschillen hebben we voor je op een rijtje gezet op deze webpagina.

Wat is het doel van de doorstroomtoets?

Het belangrijkste doel van de doorstroomtoets is advies geven aan de leerkracht over doorstroom, naar een richting in het voortgezet onderwijs die op dat moment het beste aansluit.
De doorstroomtoets is niet het eindpunt in de ontwikkeling van een leerling. Want in het vervolgonderwijs ontwikkelen leerlingen zich verder. Ook meet de toets niet alles. Dat kan ook niet. Dat kan geen enkele toets.
Het is juist de combinatie van het oordeel van de leerkracht en het toetsresultaat, die leidt tot een zo goed mogelijk advies over het best passende vervolgonderwijs.

Waarom wordt er niet alleen vertrouwd op de professionaliteit van de leerkracht?

We komen niet aan de professionaliteit van de leerkracht. De toetsresultaten ondersteunen de leerkracht bij het bepalen van het schooladvies. De rol van de leerkracht vinden we heel belangrijk. Want toetsresultaten moeten altijd in een brede context worden gezien en door mensen worden geïnterpreteerd. Zouden we geen toetsen meer afnemen, dan kan het oordeel van de leerkracht te subjectief zijn. En zou de focus alleen liggen op de toets en het behalen van een zo hoog mogelijke score, dan wordt dat oordeel enorm belangrijk. Het is dan ook niet het een of het ander, maar de combinatie van toetsresultaat en oordeel van de leerkracht die bijdraagt aan kansengelijkheid.

Waarom kijkt de doorstroomtoets alleen naar taal en rekenen?

Rekenen, taalverzorging en lezen zijn verplichte onderdelen in een doorstroomtoets. Dat staat beschreven in de wet. Deze cognitieve vaardigheden zijn goed objectief te meten. Onafhankelijk van de leerkracht. De toetsresultaten geven een goede voorspelling voor het verdere verloop van de onderwijsloopbaan van de leerling. Ook wordt op basis van toelatings- en doorstroomonderzoek gekeken of de toetsadviezen overeenkomen met de niveaus waar leerlingen terecht zijn gekomen na 3 jaar middelbare school.

Hoe is het nu geregeld met de vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid van doorstroomtoetsen?
  • Eén proces en gelijke wettelijke eisen
    Voordat een doorstroomtoets mag worden gemaakt op school, moet de toets officieel worden toegelaten tot het Nederlandse onderwijsstelsel. Daar gaat een zorgvuldige en uitgebreide kwaliteitsbeoordeling aan vooraf (meer hierover lees je op deze website.)

Alle aanbieders van doorstroomtoetsen volgen hetzelfde proces en moeten voldoen aan dezelfde wettelijke eisen. Hierdoor is de kwaliteit van alle doorstroomtoetsen vergelijkbaar.

  • Eén normering
    Om ervoor te zorgen dat leerlingen voor dezelfde toetsprestaties ook hetzelfde toetsadvies krijgen, ongeacht de doorstroomtoets die ze maken, worden alle doorstroomtoetsen op eenzelfde manier genormeerd. Deze landelijke normering draagt bij aan de vergelijkbaarheid en de betrouwbaarheid van toetsresultaten. Bij het normeren wordt er niet gekeken naar de voorlopige schooladviezen. Daardoor zijn toetsadviezen echt een objectief gegeven naast het schooladvies.

    Normeren gebeurt op basis van zogenoemde ankervragen. Ankervragen zijn toetsvragen die in alle doorstroomtoetsen zijn opgenomen. Op basis van dit gezamenlijke anker worden de grenzen voor referentieniveaus (wat een leerling weet en kan) en de verschillende toetsadviezen (van pro/vmbo tot vwo) bepaald. Zo leiden bij alle doorstroomtoetsen dezelfde prestaties tot dezelfde resultaten. De ankervragen worden samen met de overige toetsvragen gebruikt om de vaardigheid van een leerling te bepalen.
Wat klopt wel en wat klopt niet? (Animatie)

Er wordt veel gepraat over de doorstroomtoets. Omdat we merken dat niet altijd alles klopt wat er wordt verteld, hebben we deze animatie gemaakt. Hierin lichten we drie stellingen toe:

  1. De doorstroomtoets meet niet alles wat ik kan – dat klopt
  2. Voor mijn toetsadvies maakt het uit hoe mijn vriendjes de doorstroomtoets hebben gemaakt – dat klopt niet
  3. Er is een vast aantal toetsadviezen voor elke onderwijsrichting. Dus ik moet extra m’n best doen – dat klopt niet
Animatie
Eerlijke kansen met de doorstroomtoets?
  • De doorstroomtoets werkt!
    Vanaf 2015, toen de eindtoets verplicht werd, hebben alle leerlingen in groep 8 een extra kans gekregen om te laten zien wat ze in hun mars hebben, los van het oordeel van hun leerkracht. Dat het werkt is gebleken in 2020 en er door corona geen eindtoetsafnames waren. Toen kregen groep 8’ers gemiddeld een lager schooladvies als we dat vergelijken met voorgaande jaren. Schooladviezen werden door het wegvallen van de toenmalige eindtoets namelijk niet naar boven bijgesteld. Dit had een negatief effect op leerlingen met een lage sociaal-economische status en leerlingen uit minder stedelijke gebieden. (Ref. rapport DUO)
  • Ondersteunen met toetsresultaten
    Wij zijn ervan overtuigd dat data die onder meer worden verzameld met toetsen, bijdragen aan het met vertrouwen zetten van de volgende stap. En dat daardoor iedere leerling de kans krijgt om los van het oordeel van de leerkracht te laten zien wat hij of zij geleerd heeft.

  • Juiste waarde
    Helaas zien we dat de rol van de doorstroomtoets vaak onbedoeld groot wordt gemaakt. Met betaalde trainingen en extra bijles voor een zo hoog mogelijke toetsscore. Dat is niet alleen oneerlijk omdat dit niet voor iedereen is weggelegd, maar we vinden het bovenal onwenselijk omdat het de leerling niet helpt.
Hoe kijkt Cito naar de ervaren toetsdruk?

Natuurlijk kunnen we ons voorstellen dat het maken van een doorstroomtoets voor leerlingen best spannend kan zijn. Maar tegelijkertijd moet je er ook de juiste waarde aan hechten. De doorstroomtoets is geen eindpunt in de ontwikkeling van een leerling. De toets geeft advies aan de leerkracht over doorstroom naar een richting in het vervolgonderwijs die op dat moment het beste aansluit. In het vervolgonderwijs ontwikkelen leerlingen zich verder.

Toch zien we helaas dat de rol van de doorstroomtoets vaak onbedoeld groot wordt gemaakt. Met betaalde trainingen en extra bijles voor een zo hoog mogelijke toetsscore. Dat is niet alleen oneerlijk omdat dit niet voor iedereen is weggelegd, maar we vinden het vooral onwenselijk omdat het de leerling niet helpt.

Welk beeld laat de Leerling in beeld-doorstroomtoets zien in 2025?

Dit schooljaar is door ruim 83.000 leerlingen op zo’n 3.000 scholen de Leerling in beeld-doorstroomtoets gemaakt. Van deze leerlingen maakten ruim 38 procent de digitale versie. De resultaten van de Leerling in beeld-doorstroomtoets van Cito, zijn over het algemeen in lijn met die van 2024. Wel zien we een verschil bij referentieniveau 1S voor Rekenen. Een verklaring hiervoor kunnen we nog niet aanwijzen en wordt onderzocht.  

Percentage toetsadviezen Leerling in beeld-doorstroomtoets 2024 en 2025:

Toetsadvies

LIB 2024 p

 

LIB 2024 d

 

LIB 2025 p

 

LIB 2025 d

pro/vmbo bb

0,5

2,4

0,8

2,24

vmbo bb/kb

8,7

13,8

9,8

15,09

vmbo kb/gl-tl

17,9

19,3

20,12

23,04

vmbo gl-tl/havo

30,2

29,0

30,17

28,37

havo/vwo

25,2

21,9

23,77

19,97

vwo

17,4

13,7

15,35

11,30

Percentage behaalde referentienieveaus Leerling in beeld-doorstroomtoets 2024 en 2025:

Verplichte onderdelen

LIB 2024 p

 

LIB 2024 d

 

LIB 2025 p

 

LIB 2025 d

LEZEN 1F

99,8

99,1

99,15

97,66

LEZEN 2F

80,4

74,6

79,83

69,90

REKENEN 1F

94,4

89,8

93,84

89,98

REKENEN 1S

56,0

48,8

48,52

41,99

TAAL 1F

97,0

93,0

96,95

94,63

TAAL 2F

60,7

51,3

59,15

51,8

In 2024 bleek dat wat we meten met onze Leerling in beeld-leerlingvolgsysteemtoetsen in vergelijking met de resultaten in de doorstroomtoets 2024, een stabiel beeld opleverde. Net als vorig jaar zullen we ook dit jaar nagaan of de resultaten van de Leerling in beeld-doorstroomtoets aansluiten bij de voorlopige schooladviezen van de Leerling in beeld-lvs toetsen. Daarover later meer.

Welk beeld laat DOE zien in 2025?

DOE is dit schooljaar gemaakt door ruim 1.200 leerlingen op 65 scholen. De resultaten van de overheidsdoorstroomtoets DOE, zijn over het algemeen in lijn met die van 2024.

Percentage toetsadviezen DOE 2024-2025*

Toetsadvies

 

DOE 2024

 

DOE 2025

pro/vmbo bb

1,36

1,52

vmbo bb/kb

18,45

16,29

vmbo kb/gl-tl

24,54

25,00

vmbo gl-tl/havo

27,74

29,83

havo/vwo

17,86

17,90

vwo

10,05

9,47

Percentage behaalde referentienieveaus DOE 2024-2025*

Verplichte onderdelen

 

DOE 2024

 

DOE 2025

LEZEN 1F

98,17

98,01

LEZEN 2F

68,89

70,64

REKENEN 1F

88,47

88,73

REKENEN 1S

37,20

39,39

TAAL 1F

94,91

95,27

TAAL 2F

48,14

48,58

*) Deze percentages zijn berekend o.b.v. alle leerlingen in het reguliere basisonderwijs die DOE hebben gemaakt.

Meer weten over DOE? Ga naar DOE.nl

Kunnen we je helpen?

Stel je vraag via onze kanalen of kijk in de veelgestelde vragen.
Voor scholen: Vergeet niet om het brinnummer bij de hand te hebben en/of in de mail te vermelden, zodat we jouw vraag sneller kunnen behandelen!

Bereikbaar Ma t/m vr 08.30 tot 15.00 uur
Bellen (026) 352 11 11
E-mail klantenservice@cito.nl

Zoeken