Direct naar inhoud
Leerkracht primair onderwijs achter de computer

Veelgestelde vragen

Vind hier het antwoord op al jouw vragen over ons Leerling in beeld - ZML leerlingvolgsysteem.

Algemeen

Welke leerlijnen zijn als uitgangspunt voor dit gehele volgsysteem genomen?

Omdat veel SO scholen (cluster 3) werken met de leerlijnen van CED (2012 en/of 2018), zie je veel doelen van deze leerlijnen terug in dit leerlingvolgsysteem. Dit volgsysteem is ook bruikbaar wanneer een school niet, of slechts gedeeltelijk, gebruikmaakt van deze CED-leerlijnen.

Voor welke doelgroep is dit systeem ontwikkeld?

De doelgroep van dit volgsysteem zijn leerlingen in het speciaal onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZML SO). Dit leerlingvolgsysteem brengt hun taal- en rekenontwikkeling in beeld. Concreet kan dit leerlingvolgsysteem ingezet worden bij leerroute 2, 3 en 4 van het landelijke doelgroepenmodel.

Wat zijn de voordelen van dit systeem t.o.v. het reguliere Leerling in beeld - leerlingvolgsysteem?

Je volgt de leerling in kleine stappen op zijn ontwikkelingslijn​. Je toets op leerdoelniveau met meerdere toetsvormen ​passend bij het leerdoel. Het is een flexibel systeem​ en het geeft geen vertekend beeld van een score​ omdat je niet meerdere vaardigheden tegelijk toetst. 
Bij het onderdeel rekenen zijn combitoetsen ontwikkeld.  Aan de hand hiervan kun je meerdere leerdoelen tegelijk toetsen om te zien in hoeverre de leerstof is beklijfd.

Moet je alle leerdoelen afnemen?

Nee, je bent als school zelf verantwoordelijk om te bepalen aan welke doelen je tijdens een bepaalde periode wilt werken.

Wat voor soorten opdrachten en toetsen zitten er in het systeem?

Er zijn drie verschillende soorten opdrachten naast een observatie. Afhankelijk van een leerdoel is er gekozen voor een digitale toets (max. 7 items), een begeleide digitale toets (max. 7 items) een concrete opdracht (ong. 5 opdrachten met concreet materiaal), of een observatie. Door gebruik te maken van deze vier verschillende vormen, meet je een leerdoel zo optimaal mogelijk.

Welke onderdelen zitten in het Leerling in beeld - ZML leerlingvolgsysteem?

Het systeem bestaat uit de leergebieden Mondelinge taal; Woordenschat en Rekenen. Het onderdeel Mondelinge taal onderscheidt zich van de andere leergebieden doordat dit meer een observatiesysteem is. Het advies is om de inhoudelijke handleidingen mondelinge taal goed door te nemen.

Zijn er materiaallijsten voor de concrete opdrachten?

Ja, er zijn materiaallijsten. De materialenlijsten kun je per niveau in de downloads van het systeem vinden (rechtsboven onder het wieltje).

Zijn er vaste afnameperiodes voor de toetsen, opdrachten en observaties?

Nee, er zijn geen vaste afnameperiodes voor de toetsen, opdrachten en observaties.Met dit systeem integreer je de toetsing in het onderwijs. Er zijn geen vaste afnameperiodes, je bepaalt zelf wanneer je de opdrachten of observaties afneemt. Observaties voor Mondelinge taal kun je op elk moment doen. Bij opdrachten en de observaties voor Rekenen wacht je tot ongeveer een week nadat je de stof voor het laatst hebt aangeboden. Zo kun je de toetsing optimaal laten aansluiten op het door jou aangeboden onderwijs. Je kunt de leerling gedurende het onderwijs goed volgen én het onderwijsaanbod afstemmen op de leerbehoeften van de leerling.

Kan ik een leerdoel vaker afnemen?

Je kunt een leerdoel meermaals afnemen. In het geval van een digitale opdracht zet je de toets opnieuw klaar. Hier zit geen maximaal aantal aan.

Kan ik de opdrachten in groepjes afnemen?

We adviseren om de opdrachten en observaties individueel af te nemen, dat wil zeggen: iedere leerling maakt zijn eigen opdrachten in zijn eigen tempo. Voor de zelfstandige digitale toetsen geldt, dat je ze wel door een groepje leerlingen tegelijkertijd kunt laten maken, als de leerling dit goed zelfstandig kan. Dit kan dan gaan om verschillende toetsen. Hoeveel leerlingen je tegelijkertijd aan digitale toetsen kunt laten werken hangt af van de behoefte aan begeleiding van iedere leerling.

Bij begeleide toetsen kun je maar bij één leerling tegelijk de toets afnemen. Als je bij meerdere leerlingen tegelijk een toets afneemt, zijn begeleide toetsen niet meer betrouwbaar. Je verandert dan namelijk de communicatieve situatie van de toets. Bovendien hoort de leerling die een toets maakt dan ook de instructies die bedoeld zijn voor een andere leerling.

Ook opdrachten met concreet materiaal (en evt. observaties waarbij concreet materiaal betrokken is) neem je af bij maar één leerling tegelijk. Deze opdrachten zijn niet meer betrouwbaar als de leerling waarneemt wat de andere leerling doet. Dit kan zowel ‘in het voordeel’ van de leerling zijn, als ‘in het nadeel’.

Inhoudelijk

Welke niveaus (van de Ced leerlijnen) zitten in het systeem?

Bij de livegang zitten de niveaus 1 t/m 7 (CED leerlijnen) voor het leergebied rekenen in het systeem. De verwachting is dat in 2026 niveau 8 wordt toegevoegd en medio 2027 niveau 9 (dit is tot eindniveau SO). Dat is, zoals het er nu uitziet het hoogste niveau van dit systeem voor dit leergebied. Het is nog niet duidelijk of we ook door gaan ontwikkelen voor de hogere leerlijnen (van het VSO).

Welke onderdelen zitten er in het leergebied rekenen?

Er zitten vijf onderdelen in het leergebied rekenen. Namelijk: 1 hoeveelheidsbegrippen, 2 rekenhandelingen, 3 tijd, 4 meten & wegen en 5 geld.

Advies bij gebruik van MAB materialen

Als je bij de concrete opdrachten MAB-materiaal; gebruikt is het aan te raden om een blauw antislipmatje onder het materiaal te leggen ten behoeve van het contrast voor leerlingen met een visusprobleem, bijvoorbeeld leerlingen met CVI. Je mag de blokjes ook verder uit elkaar leggen, zodat er voldoende ruimte tussen de blokjes is. Dat kan het kijken vergemakkelijken.

Wat voor advies geven jullie bij niet-sprekende leerlingen en leerlingen met een motorische beperking voor het onderdeel rekenen?

Bij niet-sprekende leerlingen maak je bij de opdrachten en observaties gebruik van hulpmiddelen die je normaal gesproken ook in het onderwijs inzet, zoals een spraakcomputer. Leerlingen met een motorische beperking mag je uiteraard bij de digitale opdrachten begeleiden, door bijvoorbeeld zelf het antwoord in te voeren. In het geval van concrete opdrachten kan het zijn dat een opdracht niet goed bij een leerling met een motorische beperking aansluit. Indien mogelijk mag je deze opdracht zo aanpassen zoals je in het onderwijs ook doet, waarbij het doel dat je wilt meten nog steeds vergelijkbaar is. Maak hier een notitie van in het systeem, zodat bij overgang naar een andere leerkracht duidelijk is, dat je het leerdoel op een andere manier hebt getoetst.

Heb je op een andere manier het leerdoel kunnen toetsen en weet je dat de leerling het leerdoel beheerst, dan kun je door de toets zelf te doorlopen ervoor zorgen dat het leerdoel als beheerst staat geregistreerd. Als een leerdoel niet op een andere manier voor een leerling is te toetsen, dan vervalt het betreffende leerdoel voor dit kind. Je hoeft dit leerdoel niet in te plannen. Welke doelen je voor een leerling voor een periode plant is altijd een keuze van de school.

Wat zijn combitoetsen bij het onderdeel rekenen?

Voor het onderdeel rekenen zijn combitoetsen ontwikkeld. Als een leerling van een bepaald niveau alle digitale opdrachten van een aantal onderdelen heeft gemaakt, en je wilt weten wat een leerling na een periode nog beheerst, kun je de bijbehorende combitoets afnemen. Een combitoets is een digitale opdracht met een combinatie van verschillende opgaven uit verschillende leerlijnen van een of meerdere onderdelen van een niveau. Na afname van een combitoets kun je de resultaten van de leerling inzien. Er zijn combitoetsen rekenen vanaf niveau 3.

Welke niveaus (van de Ced leerlijnen) zitten in het systeem voor het leergebied woordenschat?

De inhoud van het leergebied Woordenschat is gebaseerd op de inhoud van de leerlijnen voor SO ZML van CED (2012), en de doorlopende leerlijnen voor SO en VSO (2018). Dit systeem integreert productief en receptief gebruik van de woordenschat. Dit komt overeen met de opzet van de leerlijnen van 2018.

  • Mondelinge taal: leerdoelen van niveau 1 t/m 8 à 9 volgens de leerlijnen ZML SO en doorlopende leerlijn SO-VSO
Uit welke onderdelen bestaat het onderdeel Woordenschat?

Het leergebied Woordenschat bestaat uit de volgende twee onderdelen:

  • Woorden leren gebruiken (voornamelijk korte toetsen)
    Deze leerlijn brengt in beeld hoe de leerling groeit in het gebruikmaken van de woordenschat. Bijvoorbeeld: De leerling benoemt en wijst familieleden aan op een afbeelding; De leerling benoemt één functioneel aspect van een bekend woord (het rijdt, het is eetbaar); De leerling benoemt drie aspecten van een bedoeld woord (het is groen, rond en je kunt het eten).
  • Werken aan woordenschat (uitsluitend observaties)
    Deze leerlijn brengt in beeld met welke werkvormen de leerling zijn woordenschat uit kan breiden. Bijvoorbeeld: De leerling zegt na wanneer de leerkracht voorwerpen en afbeeldingen van concrete inhoudswoorden benoemt; De leerling reageert op begrippen die de leerkracht aanleert; De leerling werkt met woordvelden of woordwebben onder begeleiding van de leerkracht.
Welke niveaus zitten in het onderdeel Mondelinge taal?

De inhoud van het leergebied Mondelinge taal in dit systeem is gebaseerd op de inhoud van de leerlijnen voor SO ZML van CED (2012) en de doorlopende leerlijnen voor SO en VSO (2018). Het volginstrument voor Mondelinge taal is echter geen kopie van deze leerlijnen – indeling en formuleringen komen dus niet een-op-een overeen. Dit volgsysteem is ook bruikbaar wanneer een school niet, of slechts gedeeltelijk, gebruikmaakt van deze CED-leerlijnen.

  • Woordenschat: leerdoelen van niveau 1 t/m 8 à 9 volgens de leerlijnen ZML SO en doorlopende leerlijn SO-VSO
Wordt er ook een ontwikkelingsleeftijd bij mondelinge taal weergegeven?

Ja, er wordt een ontwikkelingsleeftijd bij mondelinge taal voor de meeste doelen weergegeven. Je vindt de reguliere ontwikkelingsleeftijd onder het informatiepunt (i) in het systeem.

Wanneer de taalontwikkelingsleeftijd niet bekend is, wordt geen leeftijd vermeld. Hetzelfde geldt voor leerdoelen waarbij een vergelijking tussen reguliere ontwikkeling en ZML-leerdoelen niet goed mogelijk is, zoals bijvoorbeeld bij picto’s of bij het oefenen van bepaalde gespreksvaardigheden.

Kan een leerling gebruik maken van een spraakcomputer bij het leergebied mondelinge taal?

Over het algemeen is een goed, zelfstandig gebruik van de spraakcomputer nodig als je uitingen met de spraakcomputer wilt scoren. Het is namelijk niet toegestaan dat de leerkracht alvast de juiste pagina opzoekt op de spraakcomputer, zodat de leerling makkelijker het juiste antwoord op die pagina kan kiezen.

Bij leerlingen die gebruik maken van een spraakcomputer geldt, net als bij gebarengebruik, dat leerdoelen die gaan over de vorm van een uiting meestal niet scoorbaar zijn.  Bij meer functionele leerdoelen, zoals het kunnen aangeven van emoties, vragen stellen en gespreksvaardigheden, kunnen leerlingen die met een spraakcomputer werken vaak wél worden gevolgd. Dit is ook het geval bij begripsvaardigheden als Begrijpend luisteren.

Rapportages

Wat voor rapportages zijn er?

In het systeem vind je een groepsoverzicht waarin je kunt zien hoeveel streefdoelen een leerlingen van de voor het gestelde doelen heeft gehaald. Bij het onderdeel Woordenschat en Rekenen kun je door te klikken op onderdeel, dieper inzoomen op de onderliggende ontwikkelingsijnen.

Via de tabblad rapportages kun je voor de onderdelen Woordenschat en Rekenen op kindniveau de rapportages per leerling bekijken. Je kunt zien hoeveel leerdoelen een leerling van de voor hem geplande streefdoelen heeft behaald en hoeveel leerdoelen een leerling ten opzichte van alle leerdoelen heeft gehaald. Door op gedetailleerde weergave te klikken, kun je ook zien welke leerdoelen een leerling heeft gehaald. Je kunt deze individuele rapportages opvragen per kind voor een bepaalde periode of voor alle periodes (dus zolang als er voor de leerling met het systeem wordt gewerkt).

Meer informatie vind je in de gebruikershandleiding.

Er wordt in het eerste jaar (25-26) gekeken aan welke vorm van rapportage nog meer behoefte is. Hiervoor wordt feedback van het veld gevraagd. (vermoedelijk d.m.v. enquetes, zodra het systeem een paar maanden op de markt is en door scholen mee wordt gewerkt)

Kun je een pdf van de rapportages maken?

Van de individuele rapportages kun je een pdf maken.

Welke score komt uit de toetsen voor ZML?

De uitslag van een opdracht of observatie geeft aan of een leerling het betreffende leerdoelheeft behaald. Je kunt op het leerdoel, direct na afname zien of een leerdoel wel of niet is gehaald. Bij met name observaties kan ook aangegeven worden dat een leerdoel nog in ontwikkeling is. In de rapportages op kindniveau wordt bijgehouden hoeveel doelen zijn behaald. Deze rapportages gaan dus over het aantal behaalde versus niet-behaalde doelen. Een vraag die je kunt beantwoorden met de uitkomsten van de toetsen is bijvoorbeeld: hoeveel doelen die zijn aangemerkt als ‘niveau 5’ heeft mijn leerling behaald?

Wat níet uit de toetsen en observaties komt, is het antwoord op de vraag ‘Welk niveau heeft mijn leerling?’ Dat heeft verschillende redenen. Een belangrijke reden is, dat we voor dit volgsysteem niet onafhankelijk hebben vastgesteld wat het niveau is dat bij een bepaald doel hoort – de labels staan van tevoren al vast, en zijn dus geen uitkomst van de toetsing. Bij volgsystemen voor het reguliere onderwijs is de uitkomst vaak wel een ‘niveau’. Dit is mogelijk doordat men voor de niveaubepaling kijkt naar wat ándere leerlingen kunnen: men vergelijkt een leerling met wat de gemiddelde leerling kan op een bepaald moment in zijn schoolloopbaan. Zo creëert men een onafhankelijk standaard van functioneringsniveaus. Voor leerlingen in het ZML-onderwijs is dit nauwelijks mogelijk, en ook niet zinvol. Aan de hand van de behaalde leerdoelen bepaal je in hoeverre de leerling aan het door jezelf en/of door de school opgestelde ontwikkelingsperspectief voldoet. Scholen hebben daarin veel vrijheid: de school bepaalt welke leerdoelen (van welke niveaus) passen bij de leerling, bij het leerjaar of bij de leerroute. Daarbij komt het voor dat men soms leerdoelen verplaatst naar een ander niveau, omdat men van oordeel is dat het leerdoel daar beter past. Welke inhoud hoort bij bijvoorbeeld ‘niveau 5’ wordt dan feitelijk door de school bepaald.

Hoe komt het dat behaalde leerdoelen niet zichtbaar zijn in het groepsoverzicht en streefdoelenrapportage?

Als behaalde leerdoelen niet in het groepsoverzicht zichtbaar zijn, komt dit waarschijnlijk doordat ze niet zijn ingepland. Een leerdoel moet zijn ingepland om zichtbaar te worden in het groepsoverzicht en de streefdoelenrapportage. Leerdoelen kun je inplanngen via het oogje linksboven op het leerdoel en voor woordenschat en rekenen kan dit ook via tabblad planning op groepsniveau.

Medewerker aan telefoon

Kunnen we je helpen?

Stel je vraag via onze kanalen of kijk in de veelgestelde vragen.
Voor scholen: Vergeet niet om het brinnummer bij de hand te hebben en/of in de mail te vermelden, zodat we jouw vraag sneller kunnen behandelen!

Bereikbaar Ma t/m vr 08.30 tot 15.00 uur
Bellen (026) 352 11 11
E-mail klantenservice@cito.nl

Zoeken