Direct naar inhoud

Vraag en antwoord

We krijgen regelmatig vragen over onze werkzaamheden rond de centrale examens. Hieronder lichten we enkele veelvoorkomende vragen toe.

Wie bepaalt wat er moet worden getoetst in een centraal (en school)examen?

In de examenprogramma’s van de minister is opgenomen wat eindexamenleerlingen moeten kennen en kunnen per examenvak. Ook staat daarin beschreven wat thuishoort in het centraal examen en wat in het schoolexamen. In het schoolexamen hebben docenten ruimte om eigen keuzes te maken. Bijvoorbeeld door zelf onderwerpen toe te voegen en toetsvormen te kiezen.

Hoe worden examenonderwerpen gekozen?

De keuze voor onderwerpen in een examen is niet aan ons. Bij de ontwikkeling van examenopgaven volgen wij namelijk de examensyllabi, die wij ontvangen van het College voor Toetsen en Examens. Hierin staat beschreven waaraan de leerstof voor het centraal examen per examenvak moet voldoen. Deze zijn openbaar en te gebruiken door leerlingen in hun voorbereiding op een centraal examen.

Wie maakt de centrale examenopgaven?

Vaak wordt gedacht dat wij de opgaven bedenken, maar dat is niet zo. Examenopgaven (en de antwoorden) worden bedacht door vakdocenten die in het dagelijkse leven voor de klas staan en lesgeven aan examenklassen. Zo zorgen zij ervoor dat de opgaven goed aansluiten op de belevingswereld van de leerlingen en op de onderwijspraktijk. Bij hun constructiewerk worden ze begeleid door onze toetsdeskundigen die de examens samenstellen. (Lees hier meer over docentenparticipatie.)

Waarom bevatten sommige examens zoveel tekst?

Taligheid heeft te maken met de voorgeschreven concept-context benadering. Leerlingen krijgen een context voorgelegd die ze nog niet kennen en waarop ze hun kennis moeten kunnen toepassen. Die contexten moet worden uitgelegd.

Hoe strikt is het correctievoorschrift?

Er wordt er wel eens gezegd dat een antwoord dat anders is dan het voorbeeldantwoord, meteen fout moet worden gerekend door de corrector. Maar dat is natuurlijk niet zo. In het cv staat: bij open vragen moet je voor andere vakinhoudelijk correcte antwoorden scorepunten toekennen. Dus, als het gegeven antwoord a) duidelijk gerelateerd is aan de vraag en b) op basis van vakinhoudelijke argumenten correct is, dan moeten er gewoon scorepunten worden toegekend. Dit is de zogenoemde algemene regel 3.3.

Waarom is het zo lang wachten op de N-termen?

Voordat wij advies kunnen afgeven aan het College voor Toetsen en Examens – want zij bepalen uiteindelijk de N-termen – moet er heel wat doorgerekend worden. Want hoe goed we ook ons best doen, centrale examens zijn door de jaren heen niet altijd even moeilijk. En de N-term compenseert voor verschillen in moeilijkheid.

Scholen spelen hierbij een belangrijke rol, omdat zij ons na de examenafnames de scores van eindexamenleerlingen sturen. In ruil daarvoor ontvangen zij van ons een groepsrapportage.

Welke weg legt een centraal examen af voordat het bij de eindexamenleerling komt?

Da’s een behoorlijke route die wel zo’n twee jaar kan duren. In dit overzicht nemen we je mee langs de te nemen stappen; van het examenprogramma van het ministerie van OCW tot en met de evaluatie na afloop van de afnames. Daarbij zoomen we in op onze rol binnen deze examenketen.

Waaraan moet een goed examen voldoen?

Da’s een behoorlijk lange lijst aan allerlei vakinhoudelijke en toetstechnische eisen. Die staan beschreven in de examensyllabi die we krijgen van het College voor Toetsen en Examens. We noemen een paar voorbeelden. Vanzelfsprekend moet elke vraag van het goede schoolniveau zijn, inhoudelijk kloppen met wat de examensyllabus voorschrijft en voor één uitleg vatbaar zijn. Daarnaast moet de verdeling over de onderdelen van het examenstof kloppen, net als de verdeling over vraagtypen en vraagvormen. Uiteraard mag de inhoud nooit beledigend of kwetsend zijn voor anderen. Ook moet het examen binnen de gestelde tijd gemaakt kunnen worden. Allemaal met als doel om zo goed mogelijk te kunnen bepalen hoe goed iemand de examenstof beheerst.

Wat is de rol van Cito bij de centrale examens?

Onze rol kun je eigenlijk opdelen in twee taken. Elk jaar ontwikkelen we de examens samen voor alle vakken en niveaus in het vo. Daarnaast gaan onze analisten aan de slag met de scores van eindexamenleerlingen om per examenvak een advies-N-term te kunnen afgeven aan het College voor Toetsen en Examens. Met de N-term kan de school de score van de leerling omzetten naar een cijfer. Bekijk ook deze infographic.

Wat doet Cito met examenklachten?

Heb je een klacht over het examen dat je hebt gemaakt, dan kun je daarvoor terecht bij het LAKS. Soms moet er direct iets met de klacht worden gedaan. Bijvoorbeeld als het gaat om een fout. Andere klachten die over de inhoud van het examen gaan, deelt het LAKS tijdens de examenperiode met de examenmakers van Cito en het College voor Toetsen en Examens. Die worden natuurlijk serieus beoordeeld. Want als het beter kan, willen we het ook beter doen.  

Medewerker aan telefoon

Kunnen we je helpen?

Stel je vraag via onze kanalen of kijk in de veelgestelde vragen.
Voor scholen: Vergeet niet om het brinnummer bij de hand te hebben en/of in de mail te vermelden, zodat we jouw vraag sneller kunnen behandelen!

Bereikbaar Ma t/m vr 08.30 tot 15.00 uur
Bellen (026) 352 11 11
E-mail klantenservice@cito.nl

Zoeken