- Centrale Toetsen en Examens
- Centrale examens vo
- Voor docenten
- Examenproces
- Hoe komt een examenopgave tot stand?
Hoe komt een examenopgave tot stand?
Examenopgaven ontwikkelen is een zorgvuldig proces. Tussen het bedenken van een eerste conceptvraag en het moment van afname zit zo’n 1,5 tot 2 jaar. De basis voor de examenopgaven zijn examensyllabi.
Examensyllabi, de basis voor examenopgaven
We krijgen nog wel eens de vraag waarom bepaalde onderwerpen wel of juist niet in een centraal examen zijn opgenomen. Toch is die keuze niet aan ons. Bij de ontwikkeling van examenopgaven volgen wij namelijk de examensyllabi, die wij ontvangen van het College voor Toetsen en Examens (CvTE). In een examensyllabus staat gedetailleerd beschreven waaraan de leerstof voor het centraal examen per examenvak moet voldoen. Deze zijn openbaar en te gebruiken door leerlingen in hun voorbereiding op een centraal examen.
De basis voor de examensyllabi zijn de examenprogramma’s van de minister. Hierin is opgenomen wat examenkandidaten moeten kennen en kunnen per examenvak. Ook staat in een examenprogramma beschreven wat thuishoort in het centraal examen en wat in het schoolexamen. Met ruimte voor scholen/docenten om in hun schoolexamens eigen keuzes te maken, bijvoorbeeld door eigen onderwerpen toe te voegen. Lees hier meer over de regels voor schoolexamens.
Advies examenprogramma’s
Voor een goede doorstroom naar vervolgonderwijs en tussen schoolsoorten en leerwegen, is het belangrijk dat examenprogramma’s worden geactualiseerd. Het draagt ook bij aan een betere voorbereiding van leerlingen en leren wat ze nodig hebben voor hun toekomst. Onze toetsdeskundigen die de centrale examens samenstellen, zijn als adviseurs bij de actualisatie betrokken. Op deze webpagina van coördinator SLO lees je er meer over. Zie ook deze animatie.
Het proces van concept tot afname
Het maken van een centraal examen met de juiste balans van onderwerpen, domeinen, vraagsoorten, vaardigheden, etc. is een zorgvuldig traject. Gemiddeld zit er zo’n 1,5 tot 2 jaar tussen het bedenken van een eerste conceptvraag en het moment waarop de eindexamenkandidaat de vraag krijgt voorgelegd. Dit heeft te maken met de grote mate van zorgvuldigheid die nodig is om goede, veilige en betrouwbare centrale examens te maken.
Klik hier voor een vergroting.
Een vraag staat nooit los van een antwoord
Naast een centrale examenopgave ontwikkelen we ook een correctievoorschrift (cv) dat bestaat uit een antwoordmodel, een scoringsvoorschrift en een beoordelaarsinstructie. Het doel van een cv is het ondersteunen van correctoren om te komen tot een uniforme en objectieve beoordeling van leerlingantwoorden en het zo soepel mogelijk laten verlopen van de samenwerking tussen de eerste en tweede corrector. Een cv wordt samengesteld door onze toetsdeskundigen in samenwerking met vakdocenten. Het College voor Toetsen en Examens stelt het cv definitief vast.
Ook praktijkopdrachten, bijvoorbeeld in de cspe's, worden beoordeeld aan de hand van een cv. Hierover lees je meer op deze webpagina.
Het is niet zo dat je als docent een antwoord meteen fout moet rekenen, als dat anders is dan het voorbeeldantwoord uit het cv.
Twan Huijbers, toetsdeskundige economie
Try-out en pretest
Tijdens het ontwikkelproces testen we examenopgaven en correctievoorschriften met zogenoemde try-outs en pretests.
Bij een try-out wordt door een constructeur, dat is een docent uit het onderwijsveld die opgaven ontwikkelt voor een centraal examen, een concept-examenvraag uitgezet in een schooleigen toets in zijn/haar examenklas en/of parallelklas.. Door het analyseren van retour ontvangen antwoorden van leerlingen kan worden nagaan of de vraagstelling duidelijk is en welk antwoordgedrag de vraag heeft opgeroepen. Een try-out vindt minimaal twee jaar voorafgaande aan de daadwerkelijke afname in het centraal examen plaats. Het try-outmateriaal dient na afname te worden vernietigd. De constructeurs werken volgens een protocol met vastgelegde richtlijnen over geheimhouding en beveiliging van toets- en examenmateriaal tijdens het construeren van centrale examenopgaven. Meer weten over de betrokkenheid van docenten? Kijk hier.
Bij een pretest wordt bij docenten feedback opgevraagd op het correctievoorschrift (cv) van een centraal examen. Op basis van de informatie uit de testen kijken we samen met het College voor Toetsen en Examens naar de aanbevelingen. Waar nodig volgen aanpassingen om leerlingen zo de best mogelijke beoordeling te bieden en de samenwerking tussen de eerste en tweede corrector te versoepelen. Lees verder op Examenblad.nl voor meer informatie.
Analyseren klachten LAKS
Elk jaar deelt LAKS (anonieme) data uit haar klachtenoverzicht met Stichting Cito. Deze data worden na analyse verdeeld naar vak en schoolniveau en gedeeld met onze toetsdeskundigen, om mogelijk te verwerken naar de toekomst. De resultaten gaan ook mee met de TIA’s; de toets- en itemanalyses die we elk jaar openbaar maken over de examenopgaven van tijdvak 1.
Met behulp van de TIA kunnen docenten zelf evenwichtige toetsen maken.
Je moet eerst je akkoord geven voor het plaatsen van cookies, voordat we deze video mogen laten zien.
Collega’s Paul van der Molen en Bart Pijpers leggen uit wat Stichting Cito doet met examenklachten.
Kunnen we je helpen?
Stel je vraag via onze kanalen of kijk in de veelgestelde vragen.
Voor scholen: Vergeet niet om het brinnummer bij de hand te hebben en/of in de mail te vermelden, zodat we jouw vraag sneller kunnen behandelen!