- Centrale Toetsen en Examens
- Centrale examens vo
- Voor docenten
- Examenproces
- Welke vraagvormen en tools zijn er bij digitale examens en praktijkopdrachten?
Over digitale examens en praktijkopdrachten
Bij het ontwikkelen van digitale examens en praktijkexamens wordt gewerkt met aanvullende typen vraagvormen en opdrachten ten opzichte van de centraal schriftelijke examens op papier. Ook zijn er soms aanvullende tools en applicaties nodig om een goede examinering mogelijk te maken.
Welke centrale examens worden (deels) digitaal afgenomen?
- Centrale examens algemene vakken vmbo-bb en -kb
- Centrale examens kunstvakken vmbo-gl/tl dans, drama en muziek
- Centrale examens havo/vwo muziek en kunst (beeldend, dans, drama en algemeen)
- Delen van de cspe’s
Welke centrale examens bevatten praktijkopdrachten?
- Centraal Praktische Examens (cpe’s) voor kunstvakken beeldende vorming vmbo en tekenen/handvaardigheid/textiele vormgeving vwo; bestaat uit een praktijkopdracht, gericht op het opleveren van een portfolio
- Centraal Schriftelijk en Praktische examens (cspe’s) voor vmbo-bb, kb en -gl; bestaat uit een combinatie van praktijkopdrachten, theorievragen en andere typen opdrachten
Deze centrale examens kennen een schooleigen rooster waarbinnen aan opdrachten wordt gewerkt, dan wel digitaal wordt getoetst.
Aanvullende typen vraagvormen in digitale centrale examens
- Aanklikvraag: het antwoord in de tekst moet worden aangeklikt
- Sleepvraag: de tekstdelen moeten op de juiste chronologische volgorde worden gesleept
- Combineervraag: de tekstdelen (alinea’s en kopjes) moeten met elkaar worden gecombineerd
Bij de centrale examens kunstvakken vmbo-gl/tl en havo/vwo muziek en kunst worden de vragen weliswaar digitaal aangeboden, maar beantwoorden de eindexamenkandidaten de vragen op papier. Dus hier worden geen aanklik-, sleep of -combineervragen ingezet.
Speciale applicaties in digitale vmbo-examens
Bij de vakken wiskunde en nask1 (natuur-/scheikunde) is het belangrijk dat eindexamenkandidaten de gemaakte berekeningen kunnen laten zien aan de corrector. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van een speciaal ontwikkelde toolbox. Hiermee kunnen zij de berekeningen opslaan, die zijn gemaakt op een speciaal ontwikkelde digitale rekenmachine. De toolbox bevat ook tabellen en figuren om een antwoord duidelijk te maken.
Voor opgaven waarbij aan de eindexamenkandidaat wordt gevraagd om bijvoorbeeld een grafiek te tekenen, een stroomkring te maken of de koppeling van een lichtschakelaar aan stroombronnen te simuleren, worden speciale applicaties ontwikkeld.
Typen praktijkopdrachten
Praktijkopdracht cpe
De cpe’s van de kunstvakken starten elk jaar in januari (vwo) en maart (vmbo) en hebben een afnameduur van enkele maanden (vwo) en weken (vmbo), met in totaal resp. 1400 en 720 werkminuten. De kandidaten werken vanuit een centrale opdracht aan een portfolio met schetsen, studies, materiaal van technische experimenten en een of meer eindwerkstukken. Het portfolio wordt aangevuld met enkele reflectie-opdrachten.
Praktijkopdracht cspe
Een beroepsgerichte praktijkopdracht wordt afgenomen volgens een schooleigen rooster in het voorjaar. Om na te gaan of een opdracht uitvoerbaar is, wordt deze altijd eerst uitgebreid getest. Denk hierbij aan beschikbare tijd, middelen en ruimte. Het is namelijk belangrijk dat praktijkexamens op alle scholen op dezelfde manier en onder dezelfde omstandigheden kunnen worden afgenomen. Bij de definitieve praktijkopdracht ontvangt de examinator van de school een instructie over hoe een opdracht moet worden voorbereid en waar hij/zij tijdens de afname op moet letten.
Het beoordelen van praktijkopdrachten
De portfolio's van het cpe van de kunstvakken worden door een examinator en een tweede beoordelaar op school beoordeeld aan de hand van het correctievoorschrift. Door creativiteit en originaliteit kunnen de portfolio’s van de kandidaten sterk van elkaar verschillen. Om te komen tot een eerlijke beoordeling zijn op basis van vakliteratuur en onderzoek naar de beoordelingspraktijk, verschillende criteria opgesteld voor de beoordeling. Voorbeelden van criteria die zijn opgenomen in het correctievoorschrift zijn: breedte en diepgang van het onderzoek, mate van experiment met materialen en technieken, technische kwaliteit van het werk, originaliteit van het eindproduct en de kwaliteit van reflectie.
Ook de praktijkopdrachten uit een cspe worden door een examinator op school beoordeeld aan de hand van het correctievoorschrift. Hierin staat beschreven welke handelingen – lees basisvaardigheden - een eindexamenkandidaat moet laten zien om een bepaalde score te behalen.
Meer weten over de digitale en praktijkexamens?
Voorbeelden van het cpe beeldende vakken (vmbo) en het cpe tekenen/handvaardigheid/textiel vormgeving vind je op examenblad.nl (selecteer een examenjaar en kies voor het betreffende niveau en vak)
Kunnen we je helpen?
Stel je vraag via onze kanalen of kijk in de veelgestelde vragen.
Voor scholen: Vergeet niet om het brinnummer bij de hand te hebben en/of in de mail te vermelden, zodat we jouw vraag sneller kunnen behandelen!