- Onderzoek & Innovatie
- Portfolio
- Promotieonderzoek
- Praktische vaardigheden meten in de doorstroom naar het vo
Praktische vaardigheden meten in de doorstroom naar het voortgezet onderwijs
Jaarlijks worden de cognitieve en theoretische vaardigheden van achtstegroepers gemeten in de doorstroomtoets. In dit promotieonderzoek onderzoeken we of en hoe praktische vaardigheden een plek kunnen krijgen in deze toets. Met als doel dat ook de praktische competenties van leerlingen positief worden herkend én erkend.
Bekijk ook innovatiethema Vaardigheden voor een nieuwe wereldAanleiding van het promotieonderzoek
Het promotieonderzoek heeft een concrete aanleiding: de motie die in november 2022 werd ingediend door de Tweede Kamerleden Beertema en Paul. In deze motie werd gesignaleerd dat de eindtoets (nu doorstroomtoets) alleen cognitieve en theoretische vaardigheden toetst en de praktische vaardigheden onderbelicht worden. Ook werd gewezen op het tekort aan technisch geschoolde vakmensen in Nederland en de behoefte om praktische competenties beter te waarderen. In de motie werd een oproep gedaan om te onderzoeken hoe praktische vaardigheden in de doorstroomtoets geïntegreerd kunnen worden. En dat is precies wat we met dit promotieonderzoek doen.
Er wordt vaak gezegd dat het complex is om praktische vaardigheden te toetsen in de doorstroom naar het vo. Maar eigenlijk weten we dat niet, omdat er nauwelijks onderzoek naar is gedaan. Met mijn promotieonderzoek wil ik onderzoeken of het mogelijk is om deze vaardigheden op een zinvolle manier een plek te geven in de overgang van po naar vo. En als dat kan, hoe dit het beste kan worden gerealiseerd.
Senne van den Berg, promovendus en beleidsadviseur bij Stichting Cito
Looptijd en samenwerking
Senne van den Berg, beleidsadviseur en promovendus bij Stichting Cito, werkt de komende vijf jaar aan zijn promotieonderzoek (2024-2029) in samenwerking met de Universiteit Twente. Zijn promotor is Bernard Veldkamp, en zijn begeleiders zijn Remco Feskens (directeur CitoLab) en Marie-Anne Keizer-Mittelhaëuser (programmamanager Staat van het Onderwijs).
Verwachte verloop
Begin 2024 kreeg Senne te horen dat hij het promotieonderzoek mocht uitvoeren. ‘Promoveren, dat was altijd iets wat mij trok, dat wilde ik heel graag doen. Want wat je doet met promoveren is eigenlijk een meesterproef op het gebied van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek.’ De eerste fase zit erop. De stap naar het eerste artikel wordt gezet. ‘Tot nu toe was het vooral overzicht krijgen door de stand van zaken en het maatschappelijk debat in Nederland over dit onderwerp in kaart brengen.’
De komende jaren verwacht Senne de volgende fases te doorlopen:
Literatuuronderzoek en scoping review
Een eerste artikel waarmee in kaart wordt gebracht welke definities van praktische vaardigheden er gehanteerd worden, én waar de hiaten in de huidige kennis liggen.
Ontwikkelen van een meetinstrument
In samenwerking met de divisie CitoLab (onderdeel van Stichting Cito) wordt hoogstwaarschijnlijk een meetinstrument ontwikkeld. Een bevlogen team van onderzoekers en ontwikkelaars die werken aan onderzoek en innovatie van onderwijskundig meten, toetsen en leren.
Modelleren van praktische vaardigheden
De focus ligt op de psychometrische benadering van praktische vaardigheden en de kwaliteit van het meetinstrument, waarbij vragen rondom betrouwbaarheid en validiteit centraal staan. We proberen antwoord te krijgen op vragen als: Wat beoog je met het instrument te bereiken? Is het belangrijk dat het valide en authentiek is? Of juist heel betrouwbaar?
Validatie van het meetinstrument
In deze fase wordt onderzocht of het instrument valide is door het te testen bij de doelgroep (groep 8) en diverse vormen van validiteit te analyseren, zoals construct- en indrukvaliditeit.
Predictieve validiteit van het instrument
Tot slot wordt er ook onderzocht of de vaardigheden die met de doorstroomtoets worden gemeten een goede voorspeller zijn voor het verdere onderwijs van de leerling. De predictieve validiteit geeft aan of de resultaten van de toets iets zeggen over de toekomstige schoolprestaties van een leerling. Dit is belangrijk voor het advies dat geven wordt bij de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. 'We weten nog niet zeker of dit mogelijk is, maar het onderzoek kan ons helpen begrijpen wat de toets kan bijdragen aan het advies. Het is ook goed om te leren van de uitkomsten, zelfs als blijkt dat het niet mogelijk is.’